Bijbelteksten over 'Wij'
- Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere.
- Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij; zoals ook enkelen van uw dichters gezegd hebben: Want wij zijn ook van Zijn geslacht.
- Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding.
- Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.
- Wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen.
- Ook in de weg van Uw oordelen, HEERE,
hebben wij U verwacht;
naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis
gaat het verlangen van onze ziel uit. - Toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere: Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem.
- Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus.
- En als wij weten dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij het gevraagde, dat wij van Hem hebben gebeden, ontvangen.
- Maar nu, HEERE, U bent onze Vader!
Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker:
wij zijn allen het werk van Uw handen. - Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben.
- En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.
- Leer ons zó onze dagen tellen,
dat wij een wijs hart verkrijgen. - Het volk zei tegen Jozua: Wij zullen de HEERE, onze God, dienen en wij zullen Zijn stem gehoorzamen.
- Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.
- Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden,
maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen. - Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen.
- Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.
- Dit is een betrouwbaar woord. Want als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven.
- En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven.
- Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons Zijn leven heeft gegeven. Ook wij moeten voor de broeders het leven geven.
- Hieraan weten wij dat wij in Hem blijven en Hij in ons, doordat Hij ons van Zijn Geest gegeven heeft.
- Wij vastten en verzochten onze God hierom, en Hij liet Zich door ons verbidden.
- Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven.
- Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú.
- Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken,
laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. - Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees.
- Want wij hebben deel aan Christus gekregen, als wij tenminste het beginsel van de vaste grond van het geloof tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.
- Laat Uw goedertierenheid over ons zijn, HEERE,
zoals wij op U hopen. - Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.
- De Almachtige, wij kunnen Hem niet vinden;
Hij is groot van kracht en recht
en hoogst rechtvaardig; Hij onderdrukt niet. - Kan iemand soms het water weren, zodat deze mensen, die evenals wij de Heilige Geest ontvangen hebben, niet gedoopt zouden worden?
- En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil.
- Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt?
Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? - En wij zijn Zijn getuigen van deze dingen, en ook de Heilige Geest, Die God gegeven heeft aan hen die Hem gehoorzaam zijn.
- Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.
- Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn.
- Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt.
- Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven.
- Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.
- De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.
- Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn.
- Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
- Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
- Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!
- Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is.
- Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen,
onze smarten heeft Hij gedragen.
Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde,
door God geslagen en verdrukt. - Laten wij onze wegen onderzoeken en doorzoeken,
en laten wij terugkeren tot de HEERE! - Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
- Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.
Gerelateerde onderwerpen
Leven
De HEERE zal u...
Schepping
In het begin schiep...
Vertrouwen
Vertrouw op de HEERE...
Liefde
De liefde is geduldig...
God
De HEERE, uw God...
Jezus
Maar Jezus keek hen...