Bijbelteksten over Zelfbeheersing

«»

• Zoals een opengebroken stad zonder muur,
  zo is een man die zijn geest niet in bedwang houdt.
  Spreuken 25:28begeerte
• Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.
  2 Timoteüs 1:7liefdekrachtGeest
• En daarom moet u zich er met alle inzet op toeleggen om aan uw geloof deugd toe te voegen, aan de deugd kennis, aan de kennis zelfbeheersing, aan de zelfbeheersing volharding, aan de volharding godsvrucht, aan de godsvrucht broederliefde en aan de broederliefde liefde voor iedereen.
  2 Petrus 1:5-7geloofgoedheidrelaties
• Een geduldig man is beter dan een dappere held,
  en wie zijn geest beheerst, is beter dan wie een stad inneemt.
  Spreuken 16:32vredegeduld
• De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet.
  Galaten 5:22-23wetGeestzegen
• Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn.
  Jakobus 1:19sprekenluisterenboosheid
• Dood en leven zijn in de macht van de tong,
  wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten.
  Spreuken 18:21sprekenzegenvrucht dragen
• Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.
  1 Korintiërs 10:13betrouwbaarheidverleidingverslaving
• Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn.
  1 Tessalonicenzen 5:6veiligheideindtijd
• De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend,
  maar wie schrander is, bedekt schande.
  Spreuken 12:16boosheidwijsheid
• Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop,
  maar een wijze houdt die in toom.
  Spreuken 29:11boosheidwijsheid
• Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven.
  Titus 2:11-12genaderechtvaardigheidredding
• Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.
  1 Korintiërs 9:27veroordelinglichaam
• En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
  Romeinen 12:2volmaaktheidgehoorzaamheidleven
• En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen.
  1 Korintiërs 9:25beloningeeuwig leven
• Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
  Efeziërs 6:12Geesthemelkwaad
• Wijk niet af naar rechts of naar links,
  keer je voet af van het kwade!
  Spreuken 4:27kwaadrechtvaardigheidvolgen
• Let op uzelf, opdat wij niet verliezen waarvoor wij gewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
  2 Johannes 1:8beloningwerken
• Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen;
  hoe kan ik dan begerig naar een jonge vrouw kijken?
  Job 31:1begeerteverbonddenken
• Onttrek u niet aan elkaar, behalve dan met onderling goedvinden voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan vasten en bidden. Kom daarna weer bij elkaar, opdat de satan u niet zal verzoeken omdat u zich niet kunt onthouden.
  1 Korintiërs 7:5huwelijkduivelseksualiteit
• Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u uzelf onthoudt van de ontucht,
  en dat ieder van u zijn lichaam weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid,
  en niet in hartstochtelijke begeerte, zoals de heidenen, die God niet kennen.
  1 Tessalonicenzen 4:3-5heiligheidseksualiteitlichaam