Bijbelteksten over 'Willen'
Alle mensen die bij Jezus Christus horen en daarom willen leven zoals God het wil, zullen vervolgd worden. | Trouwens, allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden. |
Dwaze mensen willen niet wijs worden. Ze willen alleen hun eigen mening geven. | Een dwaas schept geen behagen in inzicht, maar hierin, dat zijn hart zich bloot geeft. |
Mensen die kwaad willen, zijn bedriegers. Mensen die vrede willen, worden gelukkig. | Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar voor wie tot vrede raden, is er vreugde. |
Veel mensen willen steeds meer hebben, maar goede mensen geven alles weg. | De begerigheid begeert de ganse dag, maar de rechtvaardige geeft en houdt niet terug. |
Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. | Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. |
Want ook zij horen bij God, en God wilde dat ze zijn prachtige boodschap zouden leren kennen. Daarom moest ik ook aan jullie die boodschap vertellen, die eeuwenlang geheim gebleven was: de boodschap dat Christus ook in jullie aanwezig is. Dankzij hem krijgen jullie een schitterende toekomst. | Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid. |
Je kunt alleen wijs worden als je eerbied hebt voor de Heer. Mensen die geen eerbied hebben voor de Heer, willen geen dingen leren. Zij willen niet wijs worden. | De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. |
Mensen bedenken zelf wat ze willen doen, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. | Vele zijn de overleggingen in het hart des mensen, maar de raad des Heren, die zal bestaan. |
Als jullie dat niet willen, kies dan welke goden jullie wel willen dienen: de goden van jullie voorouders of de goden van de Amorieten. Mijn familie en ik zullen in ieder geval de Heer dienen! | Maar indien het kwaad is in uw ogen, de Here te dienen, kiest dan heden, wie gij dienen zult: òf de goden die uw vaderen aan de overzijde der Rivier gediend hebben, òf de goden der Amorieten, in wier land gij woont. Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen! |
Mensen willen graag betrouwbaar zijn. Je kunt beter arm zijn dan onbetrouwbaar. | Het aantrekkelijke van de mens is zijn welwillendheid; beter is een arme dan een leugenachtig man. |
Gelukkig zijn mensen die trouw zijn aan de Heer en willen leven volgens zijn wetten. | Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. |
Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Ja, maar niet alles is goed. Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Ja, maar alleen als je daarmee ook de anderen helpt. | Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op. |
Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Ja, maar niet alles is goed! Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Laat je leven niet beheersen door slechte verlangens! | Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten. |
Alles wat een ander heeft, willen jullie ook hebben. Jullie zijn jaloers, zo jaloers dat je die ander wel zou willen doden. Dan zoeken jullie ruzie en strijd. Maar het levert niets op, jullie krijgen niets. Want als je iets wilt hebben, moet je God erom vragen, en dat doen jullie niet. | Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt. |
Want wie in de Zoon gelooft, zal niet veroordeeld worden. Maar de mensen die niet in hem willen geloven, die zijn al veroordeeld. Zij zullen gestraft worden, omdat ze niet willen geloven in de enige Zoon van God. | Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. |
Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. | Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden. |
Want in je hart vechten die slechte verlangens en de heilige Geest met elkaar. De Geest wil niet dat je luistert naar je verlangens. En je verlangens willen niet dat je luistert naar de Geest. Je kunt dus niet zomaar doen wat je wilt. | Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst. |
Mensen die u willen dienen, mensen die bij u bescherming zoeken, die maakt u gelukkig. De hele wereld zal het zien! | Hoe groot is het goed dat Gij hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat Gij bereid hebt voor wie bij U schuilen ten aanschouwen van de mensenkinderen. |
Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Of omdat je het goede nieuws vertelt. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. | Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden. |
De Heer zegt: ‘Volk van Israël, mijn plannen zijn anders dan jullie plannen. Wat jullie willen doen, is niet hetzelfde als wat ik wil doen.’ | Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren. |
Blijf toch wakker! Bid God om kracht, zodat je geen verkeerde keuze maakt. Want jullie willen wel het goede kiezen, maar jullie zijn zwak. | Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. |
Behandel andere mensen net zoals je zelf behandeld wilt worden. Daar gaat het om in de wet en in de andere heilige boeken. | Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten. |
In de wereld is het normaal om je eigen verlangens te volgen. Het is daar normaal om alles wat je ziet, te willen hebben, en om op te scheppen over je bezit. Zulk gedrag hoort bij de wereld, niet bij de Vader. | Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. |
Mensen die wijs willen zijn, moeten luisteren naar de Heer. Mensen die zich houden aan zijn wetten, zijn verstandig. Altijd zullen mensen de Heer danken. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand. |
Als iemand rijk wordt, willen steeds meer mensen iets van hem hebben. En degene die rijk is, kan alleen maar toekijken. Hij heeft niets meer aan zijn bezit. | Bij het vermeerderen van het goed vermeerderen ook zij die het verteren; en wat is het gewin van de bezitter daarvan anders dan het toezien? |
Gerelateerde onderwerpen
Begeerte
Laat je leiden door...
Leven
De Heer zal je...
Wijsheid
De Heer geeft wijsheid...
Wet
Vandaag zal ik jullie...
Materialisme
Toen we op de...
Geld
Leef niet alleen voor...