Bijbelteksten over 'Woord'
In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. | In het begin was het Woord er. Het Woord was bij God, en het Woord was God Zelf. |
Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, Here, Gij kent het volkomen. | U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. |
Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. | Uw woord leidt mij. Het is als een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad. |
Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen. | Hij stuurde zijn woord en Hij genas hen. Hij redde hen van de dood. |
Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. | Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. |
Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild, ik hoop op uw woord. | Bij U ben ik veilig, U beschermt mij als een schild. Ik verwacht alles van uw woord. |
Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord. | Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. |
Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar uw woord. | Hoe kan een jong mens zuiver leven? Door te leven volgens uw woord. |
Door het woord des Heren zijn de hemelen gemaakt, door de adem van zijn mond al hun heer. | De hemel is gemaakt door het woord van de Heer. De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem. |
Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. | Het gras verdroogt, de bloem valt af, maar het woord van God blijft voor eeuwig. |
Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het. | Iemand die zich zorgen maakt, wordt treurig. Maar van een vriendelijk woord wordt een mens blij. |
En neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. | Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. |
Want des Heren woord is waarachtig, al zijn werk geschiedt in trouw. | Want wat de Heer zegt, is te vertrouwen. Aan alles wat Hij doet, is te zien dat Hij trouw is. |
De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar. | Er zijn ook mensen die het woord horen, maar hun geloof wordt verstikt door de zorgen van de wereld en het verlangen naar geld. Er groeit geen vrucht aan hen. Zij zijn het zaad dat in de distels is gezaaid. |
Op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? | Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord. Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn. Wat zou een mens mij kunnen doen? |
Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren. | Maar Jezus zei: "Wat heerlijk is het als mensen Gods woorden horen en ze ook doen!" |
Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. | Ik bewaar uw woord in mijn hart, zodat ik niet verkeerd tegen U zal doen. |
Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat. | Maar Jezus antwoordde: "In de Boeken staat: 'Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.' " |
Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. | Alles wat God heeft gezegd, is waar. Hij is een beschermend schild voor de mensen die op Hem vertrouwen. |
Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. | Uw wetten zijn juist en goed. Ze zijn rechtvaardig en zullen voor eeuwig gelden. |
Als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God. | Want jullie zijn opnieuw geboren. Nu niet uit sterfelijke, menselijke ouders, maar uit God Zelf, door het levende en eeuwige woord van God. |
Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels. | Maar Ik zeg jullie dat alle mensen verantwoordelijk zijn voor elk verkeerd woord dat ze hebben gezegd. Op de dag van het laatste oordeel zal God de mensen oordelen op hun woorden. |
Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd! | Het is fijn om een goed antwoord te geven. Wat heerlijk is het juiste woord op de juiste tijd! |
Gods weg is volmaakt; des Heren woord is zuiver. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen. | Wat God doet is volmaakt. Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen. Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp. |
Want geen woord, dat van God komt, zal krachteloos wezen. | Want voor God is niets onmogelijk. |
Gerelateerde onderwerpen
Woord van God
Want het woord Gods...
Spreken
Dood en leven zijn...
Bescherming
Doet de wapenrusting Gods...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
God
De HERE, uw God...
Almachtig
Van U, o HERE...
Bijbeltekst van de dag
Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.Willekeurige Bijbeltekst
Verlustig u in de Here;dan zal Hij u geven de wensen van uw hart.Volgende tekst!Met afbeelding