De Heer is goed voor mij, zolang ik leef. Dat weet ik zeker. | Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden, ik was vergaan. |
Dit weet ik zeker: hoe zwaar ons lijden ook wordt, het brengt ons eeuwige leven niet in gevaar. | Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. |
Dit zeg ik daarover: Gebruik nooit de woorden: ‘Zo zeker als de Heer leeft!’ En zeg nooit over iets: ‘Dat is zo zeker als de hemel bestaat’ of: ‘Dat is zo zeker als de aarde bestaat’. Want God is koning van de hemel, hij heerst over de aarde. Zeg ook niet: ‘Dat is zo zeker als Jeruzalem bestaat’. Want Jeruzalem is de stad van God. | Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God; niet bij de aarde, want dat is de voetbank van Zijn voeten; en ook niet bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning. |
Dat zal zeker gebeuren, want God heeft ons zijn heilige Geest nu al gegeven. | En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is. |
Stel dat iemand verkeerde dingen doet. Maar hij krijgt spijt, en stopt met zijn verkeerde gedrag. Hij gaat zich aan mijn regels houden en zich goed en eerlijk gedragen. Dan zal hij zeker in leven blijven. Hij hoeft niet te sterven. | Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden die hij gedaan heeft, al Mijn verordeningen in acht neemt en recht en gerechtigheid doet, zal hij zeker in leven blijven, hij zal niet sterven. |
Eén ding weet ik zeker: God zal mij redden. Ooit zal hij komen en mij hier op aarde verdedigen. | Ik weet echter: mijn Verlosser leeft, en Hij zal ten laatste over het stof opstaan. |
Vrienden, weten jullie wat het allerbelangrijkste is? Dat jullie nooit zeggen over iets: ‘Dat is zo zeker als de Heer leeft!’ En zeg ook nooit over iets: ‘Dat is zo zeker als de hemel bestaat’, of: ‘Dat is zo zeker als de aarde bestaat’. Zeg ja als het ja is en zeg nee als het nee is. Anders zal God jullie straffen. | Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt. |
Alleen bij God krijg ik rust, alleen hij kan mij redden. | Zeker, mijn ziel is stil voor God; van Hem is mijn heil. |
Zolang we daarop wachten, moeten we dus goed zijn voor iedereen, en zeker voor andere christenen. | Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof. |
Eén ding weet ik heel zeker: God maakt nieuwe mensen van jullie. Hij is daar al mee begonnen, en op de dag dat Jezus Christus terugkomt, zullen jullie volmaakt zijn. | Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. |
In de heilige boeken zegt God: «Zo zeker als ik leef, alle mensen zullen voor mij knielen en mij eren.» | Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden. |
God liet toe dat zijn eigen Zoon gedood werd. Hij leverde hem uit aan slechte mensen. Dat deed God voor ons allemaal. Maar dan is het zeker dat hij ons ook het eeuwige leven zal geven, het eeuwige leven dat zijn Zoon al gekregen heeft. | Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? |
Jullie zorgen goed voor je kinderen, ook al zijn jullie slechte mensen. Dan zal jullie hemelse Vader zeker goed voor jullie zorgen. Hij geeft de heilige Geest aan mensen die daarom vragen. | Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? |
Alleen bij God zoek ik rust. Ik verwacht mijn hulp van hem. | Zeker, mijn ziel, zwijg voor God, want van Hem is mijn verwachting. |
God wil dat jullie bij hem horen. Hij is trouw, en hij doet wat hij belooft. | Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen. |
Maar Jezus zei: ‘Het echte geluk is voor mensen die luisteren naar God, en doen wat hij wil.’ | Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. |
Alleen bij hem ben ik veilig. Hij redt mij altijd, hij beschermt me. Er zal mij geen kwaad overkomen. | Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen. |
Dit weet ik zeker: als mijn aardse lichaam sterft, zal God mij een nieuw lichaam geven. Dat is een hemels lichaam, dat eeuwig en onsterfelijk is. | Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. |
Bij hem ben ik veilig. Hij redt mij altijd, hij beschermt me. Er zal mij geen kwaad overkomen. | Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet al te zeer wankelen. |
De hemel zal verdwijnen, en de aarde zal verdwijnen. Maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. |
Vroeger waren we vijanden van God. Wijzelf konden dat niet veranderen, maar Christus wel: hij is voor ons gestorven. | Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven. |
Laat je leiden door de heilige Geest. Geef niet toe aan je eigen slechte verlangens. | Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. |
Want ik weet zeker dat deze tijd in de gevangenis zal leiden tot mijn redding. Dankzij jullie gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus zal God mij redden. | Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de ondersteuning van de Geest van Jezus Christus. |
God zorgt ervoor dat al ons lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding. Dat is zeker, want God houdt van ons. God heeft ons uitgekozen volgens zijn plan. | En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. |
Als we geloven, worden we gered. Dan wordt onze hoop werkelijkheid. En door ons geloof weten we zeker dat Gods hemelse wereld bestaat. Ook al kunnen we die nog niet zien. | Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. |