Daarom moeten jullie je uiterste best doen om je geloof te laten groeien. Je geloof zal groeien als je volmaakt wordt. Je wordt volmaakt als je meer begrijpt van het geloof. Je begrijpt meer van het geloof als je geduldig bent. Je wordt geduldig als je volhoudt in moeilijkheden. Je kunt volhouden in moeilijkheden als je God eert. Je eert God als je van elkaar houdt als broers en zussen. En je kunt pas van elkaar houden als je van alle mensen houdt. | Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). |
Mensen die zich laten leiden door de heilige Geest, leven heel anders. Zij houden van elkaar. Ze zijn blij en leven in vrede. Ze hebben geduld en zijn goed voor elkaar. Ze geloven in Christus. Ze zijn vriendelijk en gedragen zich goed. Als je zo leeft, doe je precies wat de wet eigenlijk wil. | Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. |
Iemand die snel kwaad is, wordt makkelijk aangevallen, net als een stad met slechte muren. | Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft. |
Je kunt beter geduldig zijn dan sterk, je kunt beter rustig blijven dan iemand aanvallen. | Een lankmoedig mens overtreft een held, wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt. |
God heeft ons zijn Geest gegeven. Niet om bange mensen van ons te maken, maar moedige mensen, vol liefde en geduld. | Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid. |
Mensen die getrouwd zijn, moeten dus gewoon met elkaar naar bed gaan. Een man en een vrouw mogen wel afspreken om een tijdje niet met elkaar te slapen, zodat ze meer tijd hebben om te bidden. Let op: ik zeg dat dat mag, niet dat het moet. Ook moeten ze het er allebei mee eens zijn. En bovendien moeten ze daarna weer gewoon met elkaar naar bed gaan. Anders gaan ze verlangen naar verboden seks, en dan lukt het Satan misschien om hen te laten zondigen. | Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing. |
En daarom ben ik streng voor mezelf, en verdraag ik alles wat me overkomt. Want ik wil niet alleen dat anderen door mijn werk het eeuwige leven krijgen. Nee, ik wil ook zelf het eeuwige leven krijgen! | Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden. |
Jezus zei verder: ‘Een mens wordt onrein van de dingen die uit hem naar buiten komen. Want alle slechte dingen die een mens doet, komen uit zijn eigen hart: slechte gedachten, verboden seks, moord, belediging, trots en domheid. En ook vreemdgaan, stelen, graaien, liegen, gemeen zijn, jaloers zijn op anderen, en je nergens voor schamen. Al die slechtheid maakt een mens onrein.’ | En Hij zeide: Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein. |
In het begin was Gods Zoon er al. Hij was bij God, en hij was zelf God. | In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. |
En jullie hoeven zelf niets te doen, want de Heer zal voor jullie vechten. | De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn. |
Mensen bedenken zelf wat ze willen doen, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. | Vele zijn de overleggingen in het hart des mensen, maar de raad des Heren, die zal bestaan. |
En bedenk: niemand kan de heilige boeken uitleggen zonder hulp van God. Want de woorden die daarin staan, komen van God. De profeten hebben hun woorden niet zelf bedacht. De heilige Geest liet hen spreken namens God zelf. | Want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. |
Als je veel weggeeft, krijg je ook veel terug. Als je anderen te drinken geeft, zul je zelf geen dorst hebben. | De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. |
Behandel andere mensen net zoals je zelf behandeld wilt worden. Daar gaat het om in de wet en in de andere heilige boeken. | Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten. |
Je moet op de Heer vertrouwen. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan zal hij je helpen. Denk niet dat je alles zelf kunt. | Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken. |
Misschien zegt iemand: ‘Al die dingen gaan niet over mij.’ Maar dan zeg ik tegen hem: Luister, jij oordeelt over andere mensen en je hebt kritiek op hun gedrag. Maar de dingen waar jij kritiek op hebt, die doe je zelf ook. Zo laat je zelf zien dat je straf verdient. | Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen. |
Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’ | Jezus dan zeide nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. |
Rijke mensen hebben macht over arme mensen. Mensen die geld uitlenen, zijn machtiger dan mensen die zelf geld van iemand lenen. | De rijke heerst over de armen, en de man die leent, is een knecht van de uitlener. |
De Heer zelf zal u een teken geven. Een jonge vrouw zal zwanger worden en ze zal een zoon krijgen. Ze zal haar kind Immanuel noemen. | Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven. |
De Heer zal zelf met je meegaan. Hij zal je helpen. Hij blijft steeds bij je, hij zal je niet in de steek laten. Je hoeft echt niet bang te zijn. | Want de Here zelf zal vóór u uit trekken, Hij zelf zal met u zijn, Hij zal u niet begeven en u niet verlaten; vrees niet en word niet verschrikt. |
Nog nooit heeft iemand God gezien. Maar de enige Zoon, die zelf God is, kent de Vader van dichtbij. Gods Zoon is bij ons gekomen. En door hem kennen wij God. | Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen. |
Leef niet alleen voor het geld, en wees tevreden met wat je hebt. God zorgt voor je, want hij heeft zelf gezegd: «Ik zal bij je blijven, ik zal je niet in de steek laten.» | Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten. |
Hij heeft jullie uitgekozen. En hij is heilig. Leid daarom zelf ook een heilig leven. Want in de heilige boeken staat: «Jullie moeten heilig zijn, omdat ik heilig ben.» | Maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig. |
God zelf geeft ons moed en kracht om vol te houden. En ik bid dat God jullie zal helpen om het voorbeeld van Jezus Christus te volgen. Dan leren jullie om met elkaar mee te voelen. | De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar (het voorbeeld van) Christus Jezus. |
Jezus, onze hogepriester in de hemel, heeft veel moeten lijden, net als wij. Zelf heeft hij nooit iets verkeerds gedaan. Maar hij weet wel hoe moeilijk het is om geen verkeerde keuzes te maken. | Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. |