Mijn vriend, allereerst hoop ik dat het in alles goed met je gaat. Ik hoop dat het met je gezondheid net zo goed gaat als met je geloof. | Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat. |
Jezus begon weer les te geven. Hij zei: "IK BEN het licht voor de mensen. Iemand die Mij volgt, hoeft nooit meer in het donker te leven. Hij zal wandelen in het licht dat leven geeft." | Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben. |
Jullie liefde moet écht zijn. Heb dus een hekel aan het kwaad en doe je best om te doen wat goed is. | De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede. |
Het is heerlijk voor een volk als de Heer zijn God is. Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn. | Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. |
Maar de mensen die volhouden tot het einde, zullen worden gered. | Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. |
Jezus trok in heel Galilea rond. Hij gaf les in de synagogen. Hij vertelde er het goede nieuws van het Koninkrijk. Ook genas Hij de mensen van al hun ziekten en kwalen. | En Hij trok rond in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal onder het volk. |
De mensen die verloren gaan, vinden het een belachelijk verhaal dat Jezus ons gered heeft door aan het kruis voor ons te sterven. Maar voor ons die gered zijn, is het de kracht van God. | Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. |
Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opgestaan. Zo is Hij dus van alles de eerste. | En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. |
Geef iedereen waar hij recht op heeft, voor zo ver je dat kan. | Onthoud het goed niet aan wie het toekomt, terwijl het in uw macht is het te doen. |
Maar jullie zeg Ik: als jullie niets eten om je op God te richten, kam dan gewoon je haar en was gewoon je gezicht. Dan weten de mensen het niet, maar alleen jullie Vader weet het, want Hij ziet de verborgen dingen. En Hij zal jullie er openlijk voor belonen. | Maar gij, zalf uw hoofd, als gij vast, en was uw gelaat, om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. |
Kijk in de spiegel als je wil weten hoe je er uitziet. Kijk in je hart als je wil weten hoe je werkelijk bent. | Zoals het water het gelaat weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart van de mens de mens. |
Maar mensen die hebben gedronken van het water dat Ik hun geef, zullen voor eeuwig geen dorst meer krijgen. Want het water dat Ik hun geef, zal in hen een bron worden waar water uit opborrelt dat eeuwig leven geeft. | Maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven. |
Ze hielden zich aan wat de apostelen hun leerden. Ze waren één met elkaar, aten met elkaar en baden samen. | En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. |
Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus. | Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here. |
Wat is het toch heerlijk als mensen in vrede bij elkaar wonen. | Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen. |
Maar als je bidt, ga dan je kamer in en doe de deur dicht. Bid dan tot je Vader terwijl niemand het ziet. En je Vader, die de verborgen dingen ziet, zal je er openlijk voor belonen. | Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. |
Want wat het 'ik' wil, is precies het tegenovergestelde van wat de Geest wil. En wat de Geest wil, is precies het tegenovergestelde van wat het 'ik' wil. Jullie moeten dus niet doen wat je maar wil. | Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst. |
Want als je je leven voor jezelf wil houden, zul je je leven verliezen. Maar als je je leven opgeeft voor Mij en voor het goede nieuws, zul je je leven redden. | Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden. |
Want als je je leven voor jezelf wil houden, zul je het juist verliezen. Maar als je je leven opgeeft voor Mij, zul je het juist redden. | Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden. |
Toen ging ook de leerling die het eerst bij het graf was aangekomen naar binnen. Door wat hij zag, geloofde hij Maria's verhaal. Want ze wisten nog niet dat in de Boeken staat dat Hij uit de dood zou opstaan. | Toen ging ook de andere discipel, die het eerst aan het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde; want zij kenden de Schrift nog niet, dat Hij uit de doden moest opstaan. |
Doe alles wat jullie Heer God heeft gezegd. Dan zal het goed met jullie gaan in het land dat jullie gaan veroveren. | Heel de weg, die de Here, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen. |
De bevelen van de Heer zijn goed en maken de mensen blij. De wetten van de Heer zijn zuiver en geven de mensen raad. | De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. |
Iedereen die zijn leven vindt, zal het verliezen. Maar iedereen die zijn leven verliest omdat hij van Mij houdt, zal juist leven krijgen. | Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden. |
Het is heerlijk voor je als je begrijpt dat je God nodig hebt. Want dan zul je het Koninkrijk van God mogen binnengaan. | Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. |
Want als je je leven voor jezelf zal willen houden, dan zul je het juist verliezen. Maar als je je leven opgeeft voor Mij, dan zul je het juist redden. | Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het behouden. |