Opdat, evenals de zonde geregeerd heeft tot de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere. | Eerst heerste het kwaad, en het kwaad bracht ons de dood. Maar nu heerst de liefdevolle goedheid van God. Die brengt ons het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus. |
Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de gelovigen gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus. | Maar dat konden ze niet. Dus door de wet gingen de mensen juist zien hoe slecht ze zijn. Zo zouden ze gaan begrijpen dat ze alleen door geloof in Jezus Christus hun deel van de belofte zouden krijgen en niet door zich aan de wet van Mozes te houden. |
Maar Paulus zei: Johannes doopte wel een doop van bekering, maar hij zei ook tegen het volk dat zij moesten geloven in Hem Die na hem kwam, dat is in Christus Jezus. | Maar Paulus zei: "Johannes' doop betekende dat je wilde gaan leven zoals God het wil. En Johannes zei tegen de mensen dat ze moesten geloven in de Man die na hem kwam. Dat is dus Jezus Christus." |
In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is. | Want als je bij Christus hoort, maakt het helemaal niets meer uit of je besneden bent of niet. Maar alleen geloof is belangrijk, geloof dat zichtbaar wordt door liefdevolle daden. |
Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. | Jezus begon weer les te geven. Hij zei: "IK BEN het licht voor de mensen. Iemand die Mij volgt, hoeft nooit meer in het donker te leven. Hij zal wandelen in het licht dat leven geeft." |
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. | Petrus antwoordde: "Verander je leven, geloof in Jezus en laat je allemaal dopen in de naam van Jezus Christus. Dan zullen jullie vergeving krijgen voor jullie ongehoorzaamheid aan God. En dan zullen jullie de Heilige Geest ontvangen." |
Maar hij zei tegen hen: Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze Hem gelegd hadden. | Hij zei tegen hen: "Schrik maar niet! Jullie zoeken Jezus uit Nazaret, die gekruisigd is. Maar Hij is opgestaan uit de dood. Hij is hier niet. Kijk, dit is de plek waar ze Hem hadden neergelegd." |
En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont. | Gods Geest heeft Jezus Christus uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Als diezelfde Geest in jullie woont, zal Hij ook júllie sterfelijke lichaam weer levend maken. |
Toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere: Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem. | Maar voor ons is er maar één God. Dat is de Vader, die alle dingen heeft gemaakt, en voor wie wij gemaakt zijn. En voor ons is er maar één Heer: Jezus Christus. Door Hem heeft God alle dingen gemaakt. Door Hem bestaan ook wij. |
Maar ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij gekruisigd is, en ik voor de wereld. | Maar ík wil alleen maar opscheppen over onze gekruisigde Heer Jezus Christus, en over niets anders. Door Hem is de wereld voor mij gekruisigd. En door Hem ben ik voor de wereld gekruisigd. |
Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. | Want álle mensen zijn ongehoorzaam aan God. Daardoor moeten álle mensen leven zonder de heerlijke aanwezigheid van God in hun leven. Maar door Gods liefdevolle goedheid worden ze vrijgesproken van hun schuld. Niet omdat ze dat verdienen, maar dankzij Jezus Christus. |
Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal. | Petrus kwam naar Jezus toe en vroeg: "Heer, hoe vaak moet ik iemand vergeven als hij iets verkeerds tegen mij doet? Zeven keer?" Jezus zei tegen hem: "Ik zeg je: niet zeven keer, maar 70 keer zeven keer." |
En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. | De engel zei tegen haar: "Je hoeft niet bang te zijn, Maria. Want God wil goed voor jou zijn. Je zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Je moet Hem Jezus (= 'God redt') noemen." |
Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen. | Jezus antwoordde hem: "Iemand die van Mij houdt, zal doen wat Ik zeg. Mijn Vader zal van hem houden en Wij zullen bij hem komen en in hem wonen." |
Jezus zei tegen hem: Als u volmaakt wilt zijn, ga dan heen, verkoop wat u hebt, en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan en volg Mij. | Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." |
Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. | Zó kunnen jullie de Geest van God herkennen: iedereen die erkent dat Jezus Christus werkelijk een mens van vlees en bloed is geworden, hoort bij God. En iedereen die dat niet wil erkennen, hoort niet bij God, maar bij de vijand van Christus. Jullie weten dat die vijand zal komen. Hij is er ook nu al. |
Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. | Maar als we in het licht leven en Hem gehoorzaam willen zijn, net zoals Hij in het licht is, dan zijn we één met elkaar. Dan wast het bloed van zijn Zoon Jezus Christus ons schoon van al onze ongehoorzaamheid aan God. |
Jezus dan zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken. | Jezus zei tegen de Joden die in Hem geloofden: "Als jullie blijven geloven wat Ik zeg en doen wat Ik zeg, zijn jullie echte leerlingen van Mij. Dan zullen jullie de waarheid gaan begrijpen, en de waarheid zal jullie vrijmaken." |
De geboorte van Jezus Christus was nu als volgt. Terwijl Maria, Zijn moeder, met Jozef in ondertrouw was, bleek zij, nog voordat zij samengekomen waren, zwanger te zijn uit de Heilige Geest. | Dit is het verhaal van de geboorte van Jezus Christus. Maria was verloofd met Jozef. Omdat ze nog niet getrouwd waren, waren ze nog nooit met elkaar naar bed geweest. Maar op een dag wist Maria dat ze in verwachting was. Dat was ze door de kracht van de Heilige Geest. |
Wij, die van nature Joden zijn, en geen zondaars uit de heidenen, weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. | Wíj zijn als Jood geboren en hebben de wet van Mozes gekregen. Maar we weten dat een mens niet kan worden vrijgesproken van schuld door zich aan de wet van Mozes te houden. Hij kan alleen worden vrijgesproken door in Jezus Christus te geloven. Daarom zijn ook wij, Joden, in Jezus Christus gaan geloven. Want alleen zó konden we worden vrijgesproken van schuld: door ons geloof in Christus. Want niemand kan worden vrijgesproken van schuld door zich aan de wet van Mozes te houden. |
Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven. | Maar we weten óók dat de Zoon van God is gekomen. Hij heeft ons laten zien hoe we de ware God kunnen leren kennen. En door zijn Zoon Jezus Christus zijn we één met de ware God. Jezus is de ware God en het eeuwige leven. |
Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest naar de woestijn geleid, waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel. En Hij at niets in die dagen en ten slotte, toen die voorbij waren, kreeg Hij honger. | Vol van de Heilige Geest ging Jezus weg van de Jordaan. De Heilige Geest bracht Hem naar de woestijn. Daar werd Hij 40 dagen lang door de duivel uitgedaagd. Al die tijd at Hij niets. Toen er 40 dagen voorbij waren, had Hij honger. |
Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat? | Jezus zei tegen haar: "IK BEN de opstanding en het leven. Iedereen die in Mij gelooft, zal leven, zelfs als hij al gestorven is. En iedereen die leeft en in Mij gelooft, zal nooit meer sterven. Geloof je dat?" |
Maar daarom is mij barmhartigheid bewezen, opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste van de zondaars, al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven. | Maar ik heb vergeving gekregen. Zo kon Jezus Christus in mij laten zien hoe geduldig Hij is. Zijn geduld met mij, de slechtste mens, zou zo een voorbeeld zijn voor de mensen die later in Hem zouden geloven en het eeuwige leven zouden krijgen. |
Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God. | Jezus zei tegen haar: "Raak Mij niet aan. Want Ik ben nog niet naar mijn Vader in de hemel gegaan. Maar ga nu naar mijn broeders. Zeg hun dat Ik terugga naar mijn Vader die ook jullie Vader is. Naar mijn God die ook jullie God is." |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Zonde
Of weet u niet...
Genade
Laten wij dan met...
Eeuwig leven
En Ik geef hun...
Leven
De HEERE zal u...
Bijbeltekst van de dag
Schep vreugde in de HEERE,dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.