Dat laat zien dat Henoch geloofde. Want om bij God te kunnen komen, moet je geloven dat God bestaat. En dat hij je zal belonen als je hem echt zoekt. | Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie Hem wil naderen moet immers geloven dat Hij bestaat en dat Hij beloont wie Hem zoeken. |
Ik moet veel lijden omdat ik bij Christus hoor. Maar dankzij Christus krijg ik ook veel steun van God. | Want zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft. |
Ze liepen voor Jezus uit en achter hem aan, en ze riepen: ‘Alle eer aan God! Leve de Zoon van David! Leve de man die door God gestuurd is! Alle eer aan God in de hemel!’ | De talloze mensen die voor Hem uit liepen en achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel!’ |
In die tijd zullen mensen tegen jullie zeggen dat de messias in de woestijn is. Of dat hij ergens in een huis is. Geloof dat niet, en ga er niet heen. Want als de Mensenzoon komt, zal iedereen hem zien. Net zoals iedereen de bliksem in de lucht kan zien. | Wanneer ze dus tegen jullie zeggen: “Kom mee, hij is in de woestijn,” ga er dan niet heen, of als ze zeggen: “Kijk, hij is daarbinnen,” geloof dat dan niet. Want zoals de bliksem de hemel van oost tot west verlicht, zo zal de Mensenzoon komen. |
Iedereen die zondigt, komt in opstand tegen God. Want zondigen is hetzelfde als tegen God in opstand komen. | Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden. |
Iedereen moet het gezag van de overheid accepteren. Want de macht van de overheid komt van God. Alle macht die mensen hebben, heeft God hun gegeven. | Iedereen moet de autoriteit van het bevoegd gezag erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. |
De heilige Geest steunt ons als we het moeilijk hebben. Wij weten niet welke bedoeling God heeft met ons lijden. En we weten daarom niet wat we moeten bidden. Maar de heilige Geest zelf bidt voor ons, beter dan een mens het ooit zou kunnen. Zo smeekt hij God om ons te helpen. | En bovendien komt de Geest onze zwakheid te hulp; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. |
Het einde van de wereld is dichtbij. Wees dus verstandig en denk na over wat je doet. Dan kun je tot God bidden. | Het einde van alles is nabij. Kom daarom tot bezinning en wees helder van geest, zodat u kunt bidden. |
Laat zien dat je blij bent omdat je op God vertrouwt. Houd vol als je in moeilijkheden komt, en blijf altijd bidden. | Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. |
Overal om mij heen is water. Overal hoor ik water stromen, met veel geweld komt het omlaag. Ik voel me door God verlaten. | De roep van vloed naar vloed, de stem van uw waterstromen – al uw golven slaan zwaar over mij heen. |
Beste vrienden, neem geen wraak op anderen. Laat het straffen over aan God. Want in de heilige boeken zegt God: «Ik ben het die straft. Ik geef ieder mens wat hij verdient.» | Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan Mij om wraak te nemen, Ik zal vergelden.’ |
Al het goede dat wij krijgen, elk volmaakt geschenk, komt van God. Dat zal altijd zo zijn, want God verandert niet. Het licht van de zon en van de maan verandert voortdurend. Maar God, die het licht gemaakt heeft, blijft altijd dezelfde. | Elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij Hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen. |
Wij verlangen naar u, dag en nacht verlangen we naar uw komst. Als u de aarde komt straffen, leren de mensen hoe ze moeten leven. | Reikhalzend kijk ik naar U uit, zelfs ’s nachts verlang ik naar U. Wanneer U een oordeel over de wereld velt, zullen de mensen op aarde gerechtigheid leren. |
Jezus zei tegen de mensen: ‘Vind je het moeilijk om te doen wat God wil? Is het een te zware eis voor je? Kom dan bij mij. Ik zal je rust geven.’ | Kom allen bij Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven. |
Bedenk hoeveel de Vader van ons houdt! Zijn liefde voor ons is zo groot, dat hij ons zijn kinderen noemt. En dat zijn we ook. Maar de mensen die bij de wereld horen, begrijpen niet dat wij Gods kinderen zijn. Dat komt doordat ze God niet kennen. | Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld Hem niet kent. |
Als de nieuwe koning komt, zullen ze zeggen: ‘Dank de Heer! Maak overal bekend wie hij is. Vertel aan alle volken wat hij gedaan heeft.’ | Op die dag zullen jullie zeggen: ‘Loof de HEER, roep zijn naam uit. Maak alle volken zijn daden bekend, verkondig zijn verheven naam.’ |
Jezus zei tegen hen: ‘Kom, ga met mij mee. Ik zal jullie leren om mensen te vangen in plaats van vissen.’ | Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij, Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ |
In de heilige boeken staat: «Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven, en ze worden samen helemaal één.» | Daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn. |
Uit één mond komen dus mooie woorden, maar ook afschuwelijke woorden. Dat is niet goed, vrienden! | Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? |
Jezus zei verder: ‘Een mens wordt onrein van de dingen die uit hem naar buiten komen. Want alle slechte dingen die een mens doet, komen uit zijn eigen hart: slechte gedachten, verboden seks, moord, belediging, trots en domheid. En ook vreemdgaan, stelen, graaien, liegen, gemeen zijn, jaloers zijn op anderen, en je nergens voor schamen. Al die slechtheid maakt een mens onrein.’ | Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’ |
Jezus zei: ‘Luister goed naar mijn woorden: Als je kiest voor mij en voor het goede nieuws, moet je bereid zijn om alles op te geven: je broers en je zussen, je ouders en je kinderen, je huis en je land. Maar je krijgt er honderd keer zo veel voor terug: broers en zussen, ouders en kinderen, huizen en land. Je zult het heel moeilijk hebben. Maar als Gods nieuwe wereld komt, krijg je het eeuwige leven.’ | Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zussen, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van Mij en het evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zussen, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven.’ |
Het moment dat God jullie de macht geeft om Satan te vernietigen, komt snel. Zo zal God jullie vrede geven. Ik wens jullie toe dat onze Heer Jezus goed voor jullie is. | De God van de vrede zal Satan nu spoedig te gronde richten en aan uw voeten leggen. De genade van onze Heer Jezus zij met u. |
Denk aan God die je gemaakt heeft. Denk aan hem zolang je nog jong bent. Want straks komen de slechte dagen. Dan komt de tijd dat je geen plezier meer in het leven hebt. | Gedenk daarom je schepper in de dagen van je jeugd – voordat de slechte dagen komen en de jaren naderen waarvan je zegt: In deze jaren vind ik weinig vreugde meer. |
Zing voor God, zing een lied voor hem. Juich als hij komt op zijn wagen van wolken, maak je klaar voor zijn komst. Heer is zijn naam! Hij woont in zijn heilige tempel. Hij helpt weduwen, en hij beschermt kinderen zonder vader. | Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt. HEER is zijn naam! Jubel als Hij verschijnt: vader van wezen, beschermer van weduwen, God in zijn heilig verblijf. |
Daarna zei Paulus: ‘Johannes doopte de mensen om te laten zien dat ze een nieuw leven begonnen. Maar Johannes zei ook: ‘Geloof in de man die na mij komt.’ En dat is Jezus.’ | Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte de mensen die tot inkeer kwamen en zei tegen hen dat ze moesten geloven in degene die na hem kwam, in Jezus.’ |