Hij geeft de vermoeide kracht,
de machteloze geeft Hij macht in overvloed.
de machteloze geeft Hij macht in overvloed.
Aan mensen die moe zijn, geeft hij kracht. Mensen die zwak zijn, maakt hij weer sterk.
Hij geeft de vermoeide kracht
en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert Hij sterkte.
Mensen die moe zijn, geeft Hij nieuwe kracht.
Uitgeputte mensen maakt Hij weer sterk.
Uitgeputte mensen maakt Hij weer sterk.