Timoteüs, jij bent een christen, en je moet geen slechte dingen doen. Doe je best om het goede te doen, om te leven als gelovige, en om op God te vertrouwen. Houd van de mensen, en wees geduldig en vriendelijk.
U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na.
Bedenk hoeveel de Vader van ons houdt! Zijn liefde voor ons is zo groot, dat hij ons zijn kinderen noemt. En dat zijn we ook. Maar de mensen die bij de wereld horen, begrijpen niet dat wij Gods kinderen zijn. Dat komt doordat ze God niet kennen.