Dit mag u eten van alles wat in het water leeft: alles wat vinnen en schubben heeft, mag u eten. Maar alles wat geen vinnen en schubben heeft, mag u niet eten; het is voor u onrein. | Dit moogt gij eten van al wat in het water leeft: al wat vinnen en schubben heeft, moogt gij eten, maar gij zult niets eten dat geen vinnen of schubben heeft; onrein zal dat voor u zijn. |
Gerelateerde onderwerpen
Voedsel
Want Hij heeft de...
Liefde
De liefde is geduldig...
Hoop
Ik immers, Ik ken...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Familie
Deze woorden, die ik...
Aanbidding
HEERE, U bent mijn...