Dit mag u eten van alles wat in het water leeft: alles wat vinnen en schubben heeft, mag u eten. Maar alles wat geen vinnen en schubben heeft, mag u niet eten; het is voor u onrein.
Alles wat in het water leeft en vinnen en schubben heeft mag u eten, maar dieren zonder vinnen of schubben niet; die gelden voor u als onrein.
Jullie mogen alle dieren eten die in het water leven, als ze maar vinnen en schubben hebben. Waterdieren zonder vinnen of schubben mag je niet eten. Die dieren zijn onrein voor jullie.
Dit moogt gij eten van al wat in het water leeft: al wat vinnen en schubben heeft, moogt gij eten, maar gij zult niets eten dat geen vinnen of schubben heeft; onrein zal dat voor u zijn.
Van de dieren die in het water leven, mogen jullie alle dieren eten die vinnen én schubben hebben. Maar jullie mogen geen waterdieren eten die geen vinnen of geen schubben hebben. Die dieren zijn onrein voor jullie.
Gerelateerde onderwerpen
Voedsel
Want Hij heeft de...
Liefde
De liefde is geduldig...
Hoop
Ik immers, Ik ken...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Familie
Deze woorden, die ik...
Aanbidding
HEERE, U bent mijn...