Bijbelteksten over 'Mag'
- U mag naast Mij geen goden van zilver maken, en goden van goud mag u ook niet voor uzelf maken.
- Dit mag u eten van alles wat in het water leeft: alles wat vinnen en schubben heeft, mag u eten. Maar alles wat geen vinnen en schubben heeft, mag u niet eten; het is voor u onrein.
- Zes dagen mag er werk verricht worden, maar op de zevende dag is het sabbat, een dag van volledige rust, een heilige samenkomst. Geen enkel werk mag u doen. Het is in al uw woongebieden een sabbat voor de HEERE.
- De HEERE zei tegen de satan: Zie, alles wat hij heeft, is in uw hand; alleen naar hemzelf mag u uw hand niet uitsteken. En de satan ging weg van het aangezicht van de HEERE.
- Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen.
- U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van de HEERE, uw God, die ik u gebied, in acht neemt.
- Wanneer een man pas een vrouw genomen heeft, mag hij niet met het leger uittrekken, en mag men hem geen enkele verplichting opleggen. Een jaar lang zal hij vrij zijn ten behoeve van zijn huis zodat hij zijn vrouw, die hij genomen heeft, kan verblijden.
- Maar Ik ben de HEERE, uw God, sinds het land Egypte.
Een God behalve Mij mag u daarom niet erkennen,
en buiten Mij is er geen Heiland. - En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien.
- Wie wanhopig is, mag van zijn vriend goedertierenheid verwachten;
of hij zou de vreze van de Almachtige verlaten. - U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw naaste zeker terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt. U mag geen wraak nemen of een wrok koesteren tegen uw volksgenoten, maar u moet uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben de HEERE.
- Wie wel alles eet, moet hem niet minachten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft hem aanvaard.
- Opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word.
- Alles wat zich beweegt, waarin leven is, zal u tot voedsel dienen; Ik heb het u allemaal gegeven, evenals het groene gewas. Maar vlees met zijn leven, zijn bloed, er nog in mag u niet eten.
- Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op.
- Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen.
- U mag geen enkele weduwe of wees onderdrukken. Als u hen maar enigszins onderdrukt en zij maar enigszins tot Mij om hulp roepen, zal Ik hun roep zeker verhoren. Mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden en uw vrouwen zullen weduwen en uw kinderen wezen worden.
- Maar ik maak mij nergens zorgen over, en ook acht ik mijn leven niet kostbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, evenals de bediening die ik van de Heere Jezus ontvangen heb om te getuigen van het Evangelie van Gods genade.
- En wanneer een persoon zondigt en één van alle geboden van de HEERE overtreedt, wat niet gedaan mag worden, ook al wist hij het niet, dan is hij toch schuldig en moet hij zijn ongerechtigheid dragen.
- Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
- Eén ding heb ik van de HEERE verlangd,
dát zal ik zoeken:
dat ik wonen mag in het huis van de HEERE,
al de dagen van mijn leven,
om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen
en te onderzoeken in Zijn tempel. - Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.
- Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven! Daarom is het geoorloofd op de sabbatdagen goed te doen.
- De voetstappen van die man worden door de HEERE vastgezet,
Hij vindt vreugde in zijn weg. - En het gebeurde dat Hij op een sabbat door de korenvelden ging; en Zijn discipelen begonnen onder het lopen aren te plukken. En de Farizeeën zeiden tegen Hem: Zie, waarom doen zij op de sabbat iets wat niet geoorloofd is? En Hij zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen wat David deed toen hij in nood verkeerde, en hij honger had, en zij die bij hem waren? Hoe hij het huis van God binnengegaan is ten tijde van Abjathar, de hogepriester, en de toonbroden gegeten heeft, die niemand mag eten behalve de priesters, en ze ook gegeven heeft aan hen die bij hem waren? En Hij zei tegen hen: De sabbat is gemaakt ter wille van de mens, niet de mens ter wille van de sabbat. Daarom, de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat.
- Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past.
- Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE
zou zien in het land van de levenden,
ik was vergaan. - Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen. - Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God.
Wanneer zal ik binnengaan
om voor Gods aangezicht te verschijnen? - U zult niet doden; u zult geen overspel plegen; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; eer uw vader en moeder; en: u zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen.
Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft. - Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, die moet uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, die moet uw dienaar zijn.
- Al wie belijdt dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God.
- Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats.
- Wie haat toedekt, heeft valse lippen,
en wie een kwaad gerucht verspreidt, die is een dwaas. - En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden.
- Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
- Neem de sabbatdag in acht om die te heiligen, zoals de HEERE, uw God, u geboden heeft. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw rund, noch uw ezel, noch enig vee van u, noch uw vreemdeling, die binnen uw poorten is, opdat uw dienaar en uw dienares rusten zoals u.
- Namelijk verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen.
- Zou Ik werkelijk behagen scheppen in de dood van de goddeloze? spreekt de Heere HEERE. Is het niet, wanneer hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij zal leven?
- Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
- Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God.
- Verwerf wijsheid, verwerf inzicht,
vergeet niet een van de woorden van mijn mond en wijk er niet van af. - Laat niemand u minachten vanwege uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid.
- Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt.
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten;
en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees.
Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. - Mijn zoon, verwerp de vermaning van de HEERE niet
en heb geen afkeer van Zijn bestraffing.
Want de HEERE straft wie Hij liefheeft,
zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is. - Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.
- Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand.
- En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.
- Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren.
Gerelateerde onderwerpen
Wet
Deze woorden, die ik...
Voedsel
Want Hij heeft de...
Sabbat
Gedenk de sabbatdag, dat...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zei...
God
De HEERE, uw God...
Afgoden
Lieve kinderen, wees op...