Bijbelteksten over Liegen

«»

• Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel,
  maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig.
  Spreuken 12:22sprekeneerlijkheidwaarheid
• Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen.
  1 Petrus 3:10-11liefdevredeleven
• HEERE, red mijn ziel van de valse lippen,
  van de tong vol bedrog.
  Psalm 120:2sprekenbevrijderziel
• Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
  die met zijn hart de waarheid spreekt.
  Die met zijn tong niet lastert,
  zijn vrienden geen kwaad doet
  en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt.
  Psalm 15:2-3waarheidvolmaaktheidroddelen
• Behoed je tong voor het kwaad
  en je lippen voor het spreken van bedrog.
  Psalm 34:14sprekenkwaadwaarheid
• En Hij zei: Wat uit de mens naar buiten komt, dat verontreinigt de mens.
  Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen voort kwade overwegingen, alle overspel, ontucht, moord, diefstal, hebzucht, allerlei kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, lastering, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit en verontreinigen de mens.
  Marcus 7:20-23zondereinigingverleiding
• Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt,
  en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.
  Kolossenzen 3:9-10levenbekeringveranderen
• Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.
  1 Johannes 1:6zondeeerlijkheidwaarheid
• Wie haat toedekt, heeft valse lippen,
  en wie een kwaad gerucht verspreidt, die is een dwaas.
  Spreuken 10:18sprekenroddelen
• Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg,
  maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden.
  Spreuken 10:9zondeveiligheidleven
• Een betrouwbare getuige liegt niet,
  maar een valse getuige blaast leugens.
  Spreuken 14:5waarheidbetrouwbaarheid
• Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg,
  en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden.
  Spreuken 16:28eerlijkheidroddelenvriendschap
• U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.
  Johannes 8:44duivelbegeertewaarheid
• U zult niet doden; u zult geen overspel plegen; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; eer uw vader en moeder; en: u zult uw naaste liefhebben als uzelf.
  Matteüs 19:18b-19wetliefdefamilie
• Houd valsheid en leugentaal ver van mij.
  En: geef mij geen armoede of rijkdom,
  voorzie mij van het mij toegewezen deel aan brood.
  Spreuken 30:8materialismevoedselgeld
• Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij.
  Matteüs 5:11zegenvervolgingkwaad
• De vreze des HEEREN is het kwade te haten;
  hoogmoed, trots en de verkeerde weg
  en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik.
  Spreuken 8:13ontzagtrotskwaad
• En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.
  Handelingen 5:3-4geldeerlijkheidduivel
• Het medicijn van de tong is een boom des levens,
  maar verkeerdheid erin is een breuk in de geest.
  Spreuken 15:4sprekenGeestroddelen
• Doe weg van jou valsheid van mond
  en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd.
  Spreuken 4:24sprekenwaarheid
• Een lip die voortreffelijke dingen spreekt, past niet bij een dwaas,
  hoeveel te minder een vals woord bij een aanzienlijke.
  Spreuken 17:7wijsheidspreken
• De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is,
  maar de mond van de goddelozen alleen verderfelijke dingen.
  Spreuken 10:32waarheidrechtvaardigheidspreken
• God is geen man, dat Hij liegen zou,
  of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou.
  Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen?
  Zou Híj spreken en het niet gestand doen?
  Numeri 23:19Godbetrouwbaarheidbeloften
• Wie al lasterend zijn weg gaat, openbaart geheimen,
  maar wie betrouwbaar van geest is, bedekt een zaak.
  Spreuken 11:13betrouwbaarheidsprekenroddelen
• En als men dit weet: dat de wet niet bestemd is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en voor opstandigen, goddelozen en zondaars, onheiligen en onreinen, voor hen die vader of moeder vermoorden, voor doodslagers, voor ontuchtplegers, voor mannen die met mannen slapen, voor mensenhandelaars, leugenaars, meinedigen en als er iets anders tegen de gezonde leer is, overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de zalige God, dat mij toevertrouwd is.
  1 Timoteüs 1:9-11wetzondeseksualiteit