Bijbelteksten over Vriendelijkheid

«»

• Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heere is nabij.
  Filippenzen 4:5nabijheid
• Kleedt u zich dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld.
  Kolossenzen 3:12nederigheidgeduldmedeleven
• Een zacht antwoord keert woede af,
  maar een krenkend woord wekt toorn op.
  Spreuken 15:1sprekenboosheid
• Lieflijke woorden zijn een honingraat,
  zoet voor de ziel, en genezing voor de beenderen.
  Spreuken 16:24sprekenzielvoedsel
• Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.
  Kolossenzen 4:5-6wijsheidspreken
• De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet.
  Galaten 5:22-23wetGeestzegen
• U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw naaste zeker terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt. U mag geen wraak nemen of een wrok koesteren tegen uw volksgenoten, maar u moet uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben de HEERE.
  Leviticus 19:17-18liefdeboosheidnaaste
• Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven.
  Romeinen 14:13veroordelingnaaste
• Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.
  Galaten 6:10naastegoedheidgeloof
• Laat de broederliefde blijven. Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.
  Hebreeën 13:1-2liefdenaasteengelen
• Zo zegt de HEERE van de legermachten:
  Vel een betrouwbaar oordeel,
  bewijs goedertierenheid en barmhartigheid,
  eenieder aan zijn naaste.
  Onderdruk weduwe noch wees,
  vreemdeling noch arme.
  Bedenk in uw hart
  geen kwaad tegen elkaar.
  Zacharia 7:9-10kwaadrechtvaardigheidnaaste
• Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand hem ontvangt die Ik zal zenden, ontvangt hij Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem Die Mij gezonden heeft.
  Johannes 13:20Jezusgemeenschap