Mozes zei verder: ‘Volk van Israël, luister goed. De Heer, onze God, is de enige God! Houd van hem met je hele hart, met je hele ziel, en met al je kracht.’ | Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. |
Vandaag zal ik jullie de regels van de Heer geven. Onthoud ze goed, vergeet ze niet! Zorg ervoor dat jullie kinderen ze goed leren. Blijf ze herhalen, thuis en onderweg, als je naar bed gaat en als je weer opstaat. | Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. |
Doe wat de Heer, jullie God, zegt. Houd je precies aan al zijn wetten en regels. | Gij zult nauwgezet de geboden van de Here, uw God, onderhouden en de getuigenissen en de inzettingen, die Hij u opgelegd heeft. |
Daarom moeten wij eerbied hebben voor de Heer en ons aan zijn wetten houden. Dan zal het goed met ons gaan. En dan zal de Heer ons laten leven, zoals hij steeds gedaan heeft. | De Here gebood ons al deze inzettingen te onderhouden en de Here, onze God, te vrezen, opdat het ons altijd wèl zou gaan en Hij ons in het leven zou behouden, zoals dit heden het geval is. |
Als we ons houden aan de wetten van de Heer, onze God, zal hij vinden dat we goed leven. | En het zal ons tot gerechtigheid zijn, wanneer wij heel dit gebod naarstig onderhouden voor het aangezicht van de Here, onze God, zoals Hij ons geboden heeft. |