Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. | Jezus heeft ons laten zien wat werkelijke liefde is: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Ook wij moeten ons leven voor onze broeders en zusters over hebben. |
Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. | Het Woord werd een mens en Hij heeft bij ons gewoond. We hebben gezien hoe geweldig en machtig Hij is: Hij, Gods enige Zoon, met dezelfde macht als de Vader, liefdevol, vriendelijk, en vol van waarheid. |
Dit getuigenis luidt: God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon. | Wat heeft God dan gezegd? Dit: God heeft ons eeuwig leven gegeven door ons zijn Zoon te geven. Gods Zoon heeft het eeuwige leven. |
En Hij zei tegen hen: ‘Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen.’ | En Jezus zei tegen hen: "Ga nu de hele wereld in en vertel het goede nieuws aan iedereen." |
Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vruchten voortbrengen. Maar zonder Mij kun je niets doen. | IK BEN de wijnstruik en jullie zijn de takken. Als jullie in Mij blijven en Ik in jullie blijf, zal er veel vrucht aan jullie groeien. Want zonder Mij kunnen jullie niets doen. |
Wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven. | Maar voor ons is er maar één God. Dat is de Vader, die alle dingen heeft gemaakt, en voor wie wij gemaakt zijn. En voor ons is er maar één Heer: Jezus Christus. Door Hem heeft God alle dingen gemaakt. Door Hem bestaan ook wij. |
Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen. | Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om Zich te láten dienen, maar om Zélf te dienen. Hij is gekomen om zijn leven te geven. Zijn leven zal het losgeld zijn waarmee Hij heel veel mensen vrijkoopt. |
Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard. | Daarom wil ik dat jullie elkaar accepteren, zoals ook Christus ons heeft geaccepteerd. Want dat zal God eren. |
Wie anders kan de wereld overwinnen dan iemand die gelooft dat Jezus de Zoon van God is? | Alleen als je gelooft dat Jezus de Zoon van God is, kun je de dingen van de wereld overwinnen. |
U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, maar met het kostbare bloed van Christus, als dat van een lam zonder smet of gebrek. | Hij heeft jullie vrijgekocht van de zinloze manier van leven die jullie van je voorouders hadden geleerd. Maar onthoud dat jullie niet met goud of zilver zijn vrijgekocht. Jullie zijn vrijgekocht met het kostbare bloed van Christus, het volmaakte Offerlam. |
Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug. | Ik zal jullie niet als weeskinderen achterlaten. Ik kom naar jullie toe. |
Jezus is de steen die door u, de bouwlieden, is verworpen, maar die nu de hoeksteen geworden is. | Jezus is de steen die u, de bouwers, niet goed genoeg vond. Toch is hij de belangrijkste bouwsteen van het gebouw geworden. |
Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals Ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. | Als jullie doen wat Ik zeg, zullen jullie vol van mijn liefde zijn. Net zoals Ik doe wat de Vader Mij heeft gezegd. Daardoor ben Ik vol van zijn liefde. |
Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. | Jullie noemen Mij 'Meester' en 'Heer.' Dat is goed, want dat BEN IK ook. |
Hij was nog niet uitgesproken of een stralende wolk overdekte hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’ | Op datzelfde moment kwam er een stralende wolk om hen heen. En een stem zei vanuit de wolk: "Dit is mijn Zoon, van wie Ik heel veel houd. Ik ben erg blij met Hem. Luister naar Hem." |
Mijn kind, wees sterk door de genade in Christus Jezus. | Timoteüs, mijn zoon, wees sterk door Jezus' liefde en kracht voor jou. |
Als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. | Maar als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie blijven, zullen jullie alles krijgen wat jullie vragen. |
Jezus zei: ‘Ik zal nog een korte tijd bij u zijn, dan ga Ik naar Hem die Mij gezonden heeft.’ | Jezus zei: "Ik ben nog maar korte tijd bij jullie. Daarna ga Ik terug naar Hem die Mij heeft gestuurd." |
We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de ware God te kennen. En wij zijn in Hem, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, Hij is het eeuwige leven. | Maar we weten óók dat de Zoon van God is gekomen. Hij heeft ons laten zien hoe we de ware God kunnen leren kennen. En door zijn Zoon Jezus Christus zijn we één met de ware God. Jezus is de ware God en het eeuwige leven. |
Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de naam van de Zoon van God. | Jullie geloven in de Zoon van God. Daarom schrijf ik jullie dit, zodat jullie zeker zullen weten dat jullie het eeuwige leven hebben. |
Want als de Geest van Hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal Hij die Christus heeft opgewekt ook uw sterfelijk lichaam levend maken door zijn Geest, die in u woont. | Gods Geest heeft Jezus Christus uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Als diezelfde Geest in jullie woont, zal Hij ook júllie sterfelijke lichaam weer levend maken. |
Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? | Want toen we in Jezus Christus werden gedoopt, werden we allemaal in zijn dood ondergedompeld. Zijn dood werd ook onze dood. |
Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus. | Maar wij zijn bewoners van een Koninkrijk in de hemel. En zo moeten wij ook leven. En daar vandaan verwachten we ook de Heer Jezus Christus als onze Redder. |
Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden. | En let op: Ik kom gauw! En dan geef Ik alle mensen wat ze hebben verdiend met wat ze hebben gedaan, goed of kwaad. |
Toen wij nog hulpeloos waren is Christus immers voor ons, die op dat moment nog schuldig waren, gestorven. | Want op de tijd die God had bepaald, is Christus voor ons gestorven. Op dat moment waren we nog hulpeloos en trokken we ons nog niets van God aan. |