Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook.
Jullie noemen mij ‘meester’ en ‘Heer’. En dat is goed, want dat ben ik.
U noemt Mij Meester en Heere, en u zegt het terecht, want Ik ben het.
Gij noemt Mij Meester en Here, en gij zegt dat terecht, want Ik ben het.
Jullie noemen Mij 'Meester' en 'Heer.' Dat is goed, want dat BEN IK ook.