Gij noemt Mij Meester en Here, en gij zegt dat terecht, want Ik ben het. | Jullie noemen Mij 'Meester' en 'Heer.' Dat is goed, want dat BEN IK ook. |
Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen. | Ik, jullie Heer en Meester, heb dus jullie voeten gewassen. Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen. |
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een slaaf staat niet boven zijn heer, noch een gezant boven zijn zender. | Luister goed! Ik zeg jullie dat een dienaar niet belangrijker is dan zijn heer. En een boodschapper is niet belangrijker dan de man die hem heeft gestuurd. |
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie ontvangt, die Ik zend, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. | Luister goed! Ik zeg jullie: als je iemand ontvangt die door Mij is gestuurd, ontvang je eigenlijk Mij. En als je Mij ontvangt, ontvang je eigenlijk Hem die Mij gestuurd heeft. |
Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt. | Ik geef jullie een nieuwe wet: houd net zoveel van elkaar, als Ik van jullie. |
Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander. | Als jullie veel van elkaar houden, zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus zag hen aan...
Nederigheid
Met alle nederigheid en...
Dienen
Daarom, mijn geliefde broeders...
Naaste
Het tweede is dit...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Slavernij
Opdat wij waarlijk vrij...