Een langgerekt hopen maakt het hart ziek, maar een vervulde begeerte is een boom des levens. | Uitgestelde verwachting krenkt het hart, maar een vervuld verlangen is een boom des levens. |
Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. | U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. |
Want als wij leven, het is voor de Here, en als wij sterven, het is voor de Here. Hetzij wij dan leven, hetzij wij sterven, wij zijn des Heren. | Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. |
Ik heb ingezien, dat het niet in hun eigen macht staat, maar als men zich verheugt en zich te goed doet in zijn leven, kortom als iemand eet en drinkt en het goede geniet bij al zijn zwoegen, dan is dat een gave Gods. | Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te verblijden en het goede te doen in hun leven, ja ook, dat ieder mens eet en drinkt en het goede geniet van al zijn zwoegen. Dat is een gave van God. |
Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren. | Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. |
Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig. | U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd. |
De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed. | De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. |
Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. | Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. |
Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede. | Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de Geest is leven en vrede. |
Al wie belijdt, dat Jezus de Zoon van God is – God blijft in hem en hij in God. | Al wie belijdt dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God. |
Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood. | Er is soms een weg die iemand recht schijnt, maar het einde ervan zijn wegen van de dood. |
Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. | Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God. |
Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam. | Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn. |
Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. | Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. |
Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen. | Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. |
Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen, waarvan gij zegt: Ik heb daarin geen behagen. | Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan u zeggen zult: Ik vind er geen vreugde in. |
Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij, gelijk ook enige van uw dichters hebben gezegd: Want wij zijn ook van zijn geslacht. | Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij; zoals ook enkelen van uw dichters gezegd hebben: Want wij zijn ook van Zijn geslacht. |
Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. | En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden. |
Wie in oprechtheid wandelt, gaat veilig, maar wie zijn wegen verdraait, wordt doorzien. | Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg, maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden. |
Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. | Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. |
Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven? | Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? |
Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust. | Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. |
Hoor, mijn zoon, en neem mijn woorden aan, opdat uw levensjaren talrijk worden. | Luister, mijn zoon, en neem mijn woorden aan: de jaren van je leven zullen talrijk worden. |
Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn. | Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. |
Voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem. | Toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere: Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem. |
Gerelateerde onderwerpen
Voedsel
Omdat Hij de dorstende...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Schepping
In den beginne schiep...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...