Dit is het verhaal over de geboorte van Jezus Christus. Maria zou trouwen met Jozef, dat was afgesproken. Maar nog voordat ze getrouwd waren, werd Maria zwanger, door de heilige Geest. | De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest. |
Toen kreeg Jozef een droom. In die droom zag hij een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, nakomeling van David, luister! Je kunt rustig met Maria trouwen. Want het kind dat zij verwacht, is van de heilige Geest.’ | Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest. |
Maria zal een zoon krijgen. Je moet hem Jezus noemen. Hij zal zijn volk redden, hij zorgt ervoor dat al hun zonden vergeven worden. | Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden. |
Dat moest allemaal zo gebeuren, want in het boek van de profeet Jesaja staan deze woorden van God: «Een jonge vrouw die nog maagd is, zal zwanger worden. Ze zal een zoon krijgen, en hij zal Immanuel genoemd worden.» De naam Immanuel betekent: God is bij ons. | Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons. |