Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! | Maar Jezus zei tegen hen: "Maar Wie ben Ik volgens júllie?" Simon Petrus antwoordde: "U bent de Messias, de Zoon van de levende God." |
En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. | Ik zeg je dat jij Petrus (= 'steen') bent. En op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen. De machten van het dodenrijk zullen de gemeente niet kunnen tegenhouden. |
Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen. | Ik zal jullie de sleutels geven van het Koninkrijk van God. Jullie kunnen op de aarde alles binden, wat al gebonden is in de hemel. En jullie kunnen op de aarde alles vrijlaten, wat al is vrijgelaten in de hemel. |
Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden. | Want als je je leven voor jezelf wil houden, zul je het juist verliezen. Maar als je je leven opgeeft voor Mij, zul je het juist redden. |
Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven? | Wat heb je eraan als je alles hebt wat je hebben wil, maar het kost je je leven? En wat kun je geven in ruil voor je leven? |
Gerelateerde onderwerpen
Wereld
Hebt de wereld niet...
Leven
De HERE zal u...
Messias
Hij zeide tot hen...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Kerk
En laten wij op...
Gemeenschap
En laten wij op...