Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in mij koester ik uw wet. | Ik heb lust om uw wil te doen, mijn God, uw wet is in mijn binnenste. |
U, HEER, U weigert mij uw ontferming niet, uw liefde en uw trouw zullen mij steeds bewaren. | Gij, Here, onthoud mij uw erbarming niet; uw goedertierenheid en uw waarheid mogen mij bestendig bewaren. |