Het doel van de wet was altijd al dat mensen gered zouden worden doordat ze geloven. Door Christus is dat doel bereikt. | De wet evenwel vindt zijn doel in Christus, zodat iedereen die gelooft rechtvaardig zal worden verklaard. |
Met onze mond eren we Jezus als onze Heer. En met heel ons hart geloven we dat God hem uit de dood heeft laten opstaan. Daarom zullen we gered worden. | Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. |
Want als we geloven met heel ons hart, ziet God ons als goede mensen. En als we Jezus eren als onze Heer, worden we gered. | Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. |
En in de heilige boeken staat ook: «Iedereen die in hem gelooft, zal gered worden.» | Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ |
Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» | Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ |
Je kunt pas geloven als je het goede nieuws over Christus gehoord hebt. Maar niet iedereen die het gehoord heeft, wil het geloven. In het boek Jesaja staat: «Heer, wij hebben het nieuws bekendgemaakt, maar veel mensen wilden het niet geloven.» | Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus. |