Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. | Want de hele wet van Mozes wordt samengevat met deze woorden: "Houd net zoveel van je medemens als van jezelf." |
Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer. | Wat je ook doet, doe het met je hele hart, alsof je het voor de Heer doet en niet voor mensen. Onthoud dat God je er als beloning zijn erfenis voor zal geven. Want je werkelijke Meester is Christus. |
De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten. | Want de Heer is mijn kracht. Dankzij Hem zal ik rondspringen als een hert. Hij zal ervoor zorgen dat ik stevig blijf staan. |
Als ik dacht: Mijn voet wankelt – dan ondersteunde mij uw goedertierenheid, o Here. | Maar steeds als ik dacht: "Nu ga ik vallen," hield U me overeind met uw liefde, Heer. |
Indien hij naar hen niet luistert, zeg het dan aan de gemeente. Indien hij naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u als de heiden en de tollenaar. | Maar als hij ook naar hen niet wil luisteren, moet je het aan de gemeente vertellen. Als hij ook niet naar de gemeente wil luisteren, moet je hem behandelen als een ongelovig of slecht mens. |
Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar uw woord. | Hoe kan een jong mens zuiver leven? Door te leven volgens uw woord. |
Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze, bestaat niet. | De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee. |
O, als ik niet had geloofd des Heren goedheid te zullen zien in het land der levenden! | Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten dat de Heer goed is en mij zal redden? |
En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. | Wees vooral vol liefde. Want de liefde houdt alles met een volmaakte eenheid bij elkaar. |
Het bezit van de rijke is zijn sterke stad, en als een hoge muur – in zijn verbeelding. | Dankzij zijn geld is een rijk mens helemaal veilig. Zo veilig als in een stad met hoge muren – denkt hij. |
Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. | Luister dus goed naar de volmaakte wet, namelijk de wet die je vrijmaakt, en doe ook wat die wet zegt. Vergeet niet wat je gehoord hebt, maar dóe het ook. Dan zal het goed met je gaan. |
In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom. | Het is fijner om uw wil te doen dan om heel erg rijk te zijn. |
Als overmoed komt, komt schande mee, maar wijsheid is bij de ootmoedigen. | Overmoedige mensen staan uiteindelijk voor schut. Daarom is het wijs om bescheiden te zijn. |
En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel. | En als Hij gekomen is, zal Hij de mensen overtuigen. Hij zal hen ervan overtuigen dat ze ongehoorzaam zijn aan God, dat God rechtvaardig is en dat Hij zal rechtspreken. |
Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. | Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. Ik heb echt alles meegemaakt. Ik heb geleerd wat het is om genoeg te eten te hebben en ik heb geleerd wat het is om honger te hebben. Ik heb geleerd wat overvloed is en ik heb geleerd wat gebrek is. |
Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. | Vriendelijke woorden zijn als honing voor de ziel en als medicijn voor het lichaam. |
De woorden van de lasteraar zijn als lekkernijen; zij glijden immers af naar de schuilhoeken van het hart. | Roddelpraatjes slaan wonden. Ze verwonden iemand tot in het diepst van zijn hart. |
Want als de bereidvaardigheid aanwezig is, is zij welkom naar hetgeen zij heeft, niet naar hetgeen zij niet heeft. | Denk erom: als mensen graag willen geven, moeten ze niet méér geven dan ze kunnen. |
Erken, dat de wijsheid zó is voor uw ziel. Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden. | Let op: wijsheid is net zo lekker voor je ziel, als honing voor je mond. Wijsheid wordt altijd beloond: je zal krijgen waar je naar verlangt. |
Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts. | Vroeger was jullie hart één en al duisternis. Maar nu zijn jullie vol van het licht van de Heer. Leef dan ook als mensen die bij het licht horen. |
Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. | Wees verstandig en let goed op. Jullie vijand, de duivel, loopt rond als een brullende leeuw die een prooi zoekt. Hij zoekt wie hij kan verslinden. |
Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven? | Wat heb je eraan als je alles hebt wat je hebben wil, maar het kost je je leven? En wat kun je geven in ruil voor je leven? |
Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij. | Jullie denken dat jullie kunnen worden vrijgesproken van schuld door je aan de wet van Mozes te houden. Maar dan hebben jullie niets aan Christus! Want Hij vergeeft niet omdat je dat verdient met je goede gedrag, maar omdat je op Hem vertrouwt. |
Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zó liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. | De mannen moeten dus net zoveel van hun vrouw houden als van zichzelf, en de vrouwen moeten respect hebben voor hun man. |
Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. | Op diezelfde manier moet ook elke man van zijn vrouw houden. Hij moet van haar net zoveel houden als van zichzelf. Een man die van zijn vrouw houdt, houdt van zichzelf. |