Bijbelteksten over 'Begeren'
- Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.
- Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.
- En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.
- Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult niet echtbreken. Maar Ik zeg u: Een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.
- Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst.
- Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.
- De begerigheid begeert de ganse dag,
maar de rechtvaardige geeft en houdt niet terug.
Gerelateerde onderwerpen
Begeerte
Dit bedoel ik: wandelt...
Wet
Wat ik u heden...
Zonde
Of weet gij niet...
Hebzucht
Wie geld liefheeft, wordt...
Materialisme
Want wij hebben niets...
Naaste
Het tweede is dit...