Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen. Dien Christus: Hij is uw meester! | En alles wat u doet, doe dat van harte, als voor de Heere en niet voor mensen, in de wetenschap dat u van de Heere als vergelding de erfenis zult ontvangen, want u dient de Heere Christus. |
Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft. Want wie de proef doorstaat, ontvangt als lauwerkrans het leven, zoals God heeft beloofd aan iedereen die Hem liefheeft. | Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. |
Wie bescheiden is en ontzag heeft voor de HEER wordt beloond met rijkdom, eer en een lang leven. | Het loon van nederigheid – de vreze des HEEREN – is rijkdom, eer en leven. |
God beloont ieder mens naar zijn daden. | Die ieder vergelden zal naar zijn werken. |
Dus wanneer je iemand iets geeft uit barmhartigheid, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. | Wanneer u dan een liefdegave geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars in de synagogen en op de straten doen, opdat zij door de mensen geëerd zouden worden. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al. |
Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat de inspanningen die u voor de Heer verricht, nooit tevergeefs zijn. | Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere. |
Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God in Christus Jezus roept. | Maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus. |
Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. | En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven. |
Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” | Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. |
Mogen liefde en trouw je nooit verlaten, wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. God en de mensen zullen je genegen zijn en je zult waardering ondervinden. | Mogen goedertierenheid en trouw jou niet verlaten. Bind ze om je hals, schrijf ze op de tafel van je hart, vind gunst en goed verstand in de ogen van God en mens. |
Wie geschenken uitdeelt, opent deuren voor zichzelf, hij verschaft zich toegang tot de machtigen. | De gift van een mens maakt ruimte voor hem, en leidt hem in de tegenwoordigheid van groten. |
En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. | En als u goeddoet aan hen die u goeddoen, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars doen hetzelfde. |
Maar het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie Hem liefheeft.’ | Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. |
De winst van een goddeloze is bedrieglijk, het loon van een rechtvaardige is duurzaam. | De goddeloze doet een bedrieglijk werk, maar wie gerechtigheid zaait, oogst betrouwbaar loon. |
Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want samen zwoegen loont. | Twee zijn beter dan één, want samen krijgen zij een goede beloning voor hun zwoegen. |
Volg steeds de weg die Hij u heeft gewezen, dan zult u in leven blijven; het zal u goed gaan en u zult lang wonen in het land dat u in bezit krijgt. | Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen. |
Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt. | Geef en aan u zal gegeven worden: een goede, vastgedrukte, geschudde, overlopende maat zal men u in de schoot geven, want met dezelfde maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden. |
Let op uzelf en verspeel niet wat we bereikt hebben, maar zorg ervoor dat u het volle loon ontvangt. | Let op uzelf, opdat wij niet verliezen waarvoor wij gewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. |
Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. | Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. |
Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie Hem wil naderen moet immers geloven dat Hij bestaat en dat Hij beloont wie Hem zoeken. | Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken. |
Maar ten slotte zult u de HEER, uw God, weer zoeken, en Hem ook vinden, als u Hem met hart en ziel zoekt. | Dan zult u daar de HEERE, uw God, zoeken en u zult Hem vinden, als u Hem met heel uw hart en met heel uw ziel zoekt. |
Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten. | Maar veel eersten zullen de laatsten zijn, en veel laatsten de eersten. |
Het loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer. | Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere. |
Ik kom spoedig. Houd vast aan wat u hebt, dan zal niemand u de lauwerkrans kunnen afnemen. | Zie, Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen. |
Maar als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. | Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. |