Bescherm mij, God, bij u ben ik veilig. | Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik. |
Wees bij mij en bescherm mij. Laat mij uw liefde zien en red mij. | Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, verlos mij door uw goedertierenheid. |
Heer, bescherm mij tegen mijn vijanden, bevrijd mij van bedriegers en leugenaars! | Here, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong. |
Heer, machtige God, geef ons weer kracht. Kom bij ons en bescherm ons, dan zijn we gered. | Here, God der heerscharen, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. |
Heer, zeg mij wat ik moet doen, dan hoef ik niet te twijfelen. Bescherm mij tegen het kwaad. | Bevestig mijn schreden naar uw toezegging, laat generlei onrecht over mij heersen. |
Als je nadenkt voordat je iets zegt, bescherm je jezelf, maar als je zomaar dingen roept, loopt het slecht met je af. | Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven; wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf. |
Help ons om nooit tegen u te kiezen. En bescherm ons tegen de macht van het kwaad. Want u bent koning, u regeert met grote macht, voor altijd. Amen. | En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. |
Leer hoe je goed moet doen, en zorg dat er eerlijk rechtgesproken wordt. Geef slechte leiders geen kans. Help weduwen, en bescherm kinderen zonder vader. | Leert goed te doen, tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe. |
Heer, u zult bij mij zijn met uw liefde, uw liefde en uw trouw zullen mij altijd beschermen. | Gij, Here, onthoud mij uw erbarming niet; uw goedertierenheid en uw waarheid mogen mij bestendig bewaren. |
Lemuel, jij moet zwakke mensen verdedigen, je moet mensen die machteloos zijn, beschermen. | Doe uw mond open ten bate van de stomme, ten behoeve van het recht van allen die wegkwijnen. |
Jullie moeten arme mensen beschermen, en kinderen zonder vader helpen. | Richt de geringe en de wees, doet recht de ellendige en de behoeftige. |
Heer, u maakt goede mensen gelukkig. U bent goed, u zult hen beschermen. | Want Gij zegent de rechtvaardige, o Here, Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild. |
Heer, bij u zoek ik bescherming. Laat mij niet alleen! Wees goed voor mij en red mij. | Bij U, Here, schuil ik, laat mij nimmer beschaamd worden. Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid. |
Gelukkig zijn mensen die bescherming zoeken bij de Heer. Zij zullen zien hoe goed hij is. | Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. |
De Heer zal je steeds beschermen, het kwaad zal je niet raken. De Heer beschermt je, overal, waar je ook gaat, je leven lang. | De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. |
Heer, u zult me altijd beschermen. Uw trouw duurt eeuwig, Heer. Laat uw wereld niet in de steek! | De Here zal het voor mij voleindigen. O Here, uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat niet varen de werken uwer handen. |
Als je je best doet om goed te leven, zal God je beschermen. En dan kan niemand je kwaad doen. | En wie zal u kwaad doen, als gij u beijvert voor het goede? |
De Heer redt mij, hij geeft me kracht. Bij hem ben ik veilig, want hij is machtig. Bij hem vind ik bescherming. | Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. |
De Heer is trouw. Hij zal jullie kracht geven en beschermen tegen de macht van het kwaad. | Maar wèl getrouw is de Here, die u sterken zal en u bewaren voor de boze. |
De Heer is goed. Als er gevaar is, is het bij hem veilig. Hij zorgt voor de mensen die bij hem bescherming zoeken. | De Here is goed, een sterkte ten dage der benauwdheid; Hij kent hen die bij Hem schuilen. |
Denk altijd goed na voordat je iets zegt. Dat is het belangrijkste in je leven. | Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens. |
Mensen die u willen dienen, mensen die bij u bescherming zoeken, die maakt u gelukkig. De hele wereld zal het zien! | Hoe groot is het goed dat Gij hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat Gij bereid hebt voor wie bij U schuilen ten aanschouwen van de mensenkinderen. |
Verstandige mensen beschermen zichzelf tegen gevaar, maar onverstandige mensen zien geen gevaar en worden gestraft. | De schrandere ziet het onheil en bergt zich; de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten. |
Slechte mensen maken anderen kapot door hun geroddel, maar goede mensen worden beschermd door hun wijsheid. | Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. |
Vader, ik vraag u niet om mijn leerlingen uit deze wereld weg te halen. Ik vraag u om hen te beschermen tegen de macht van het kwaad. | Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze. |