Geloofd zij de Heere; dag aan dag overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid. Sela | Laat iedereen de Heer danken, elke dag. Want hij helpt ons, hij redt ons. |
Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. | Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag. |
Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft, laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn. | Op deze dag heeft de Heer overwonnen, laten we blij zijn en juichen. |
Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. | Vrienden, jullie moeten dit niet vergeten: voor de Heer is tijd iets heel anders dan voor ons. Voor hem is één dag hetzelfde als duizend jaar, en duizend jaar hetzelfde als één dag. |
Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof en met Uw luister, de hele dag. | Ik zing over u, elke dag weer zing ik over uw macht. |
En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken. | God zegende de zevende dag. Hij maakte van die dag een bijzondere dag. Want op die dag was hij klaar met de schepping en rustte hij uit van al zijn werk. |
Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. | Ik ga dus door met mijn werk, ik geef niet op. Dat kan me mijn leven kosten, maar dat is niet erg. Want het belangrijkste is dat ik van binnen een nieuw mens word, elke dag meer. |
Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. | Eerst zweeg ik over mijn fouten. Ik werd ziek, ik huilde de hele dag. |
De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen. Dag op dag spreekt overvloedig, nacht op nacht geeft kennis door. | De hemel vertelt aan alle mensen hoe machtig God is. De hoge hemel laat aan iedereen zien wat God gemaakt heeft: de zon, de maan en de sterren. De hemel vertelt het elke dag, de hemel zegt het iedere nacht, in een heel eigen taal. |
Leid mij in Uw waarheid en leer mij, want U bent de God van mijn heil; U verwacht ik de hele dag. | Leer me om trouw te zijn aan u, zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, u bent mijn redder. Ik hoop op uw hulp, elke dag weer. |
Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is, of als een wake in de nacht. | Voor u is duizend jaar niet meer dan één dag, niet meer dan vandaag of gisteren, of een paar uur in de nacht. |
En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. | Doe de heilige Geest van God geen verdriet. De heilige Geest is in jullie aanwezig, als bewijs dat jullie bij God horen. Daardoor worden jullie gered op de dag dat God de christenen komt bevrijden. |
Zes dagen mag er werk verricht worden, maar op de zevende dag is het sabbat, een dag van volledige rust, een heilige samenkomst. Geen enkel werk mag u doen. Het is in al uw woongebieden een sabbat voor de HEERE. | Zes dagen mogen jullie werken, maar op de zevende dag is het sabbat. Dan mag er beslist niet gewerkt worden. Jullie moeten die heilige dag samen vieren. Die regel geldt overal, waar jullie ook wonen. Het is een feestdag ter ere van de Heer. |
Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U. | Ik ben bang, maar ik vertrouw op u. |
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. | Op de laatste, belangrijkste dag van het feest was Jezus in de tempel. Hij riep tegen de mensen: ‘Als je dorst hebt, kom dan bij mij om te drinken!’ |
De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn. | Voor sommigen van jullie zijn bepaalde dagen heilig. Voor anderen zijn alle dagen gelijk. Houd vast aan de overtuiging die je hebt. |
Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd. | Veel mensen geloofden Petrus en lieten zich dopen. Er kwamen die dag ongeveer drieduizend gelovigen bij. |
En zij hielden niet op iedere dag in de tempel en bij de huizen onderwijs te geven en Jezus Christus te verkondigen. | En ze bleven elke dag uitleg geven, in de tempel of bij iemand thuis. Ze vertelden het goede nieuws dat Jezus de messias is. |
Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid, maar gerechtigheid redt van de dood. | Op de dag dat God zal straffen, heb je niets aan je geld. Alleen als je goed leeft, word je gered van de dood. |
Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. | Blijf opletten! Want jullie weten niet wanneer jullie Heer zal komen. |
Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. | Luister naar mijn woorden: God zal rechtspreken over de wereld. En dan bekijkt hij of mensen verkeerde dingen gezegd hebben. |
Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. | Eén ding weet ik heel zeker: God maakt nieuwe mensen van jullie. Hij is daar al mee begonnen, en op de dag dat Jezus Christus terugkomt, zullen jullie volmaakt zijn. |
Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die. | Vier de sabbat, want dat is een bijzondere dag. Zes dagen mogen jullie werken en bezig zijn met alles wat je moet doen. Maar de zevende dag is een dag die voor mij bestemd is. Dan mag je niet werken. Ook je zoon, je dochter, je slaaf en je slavin mogen niet werken. Je dieren mogen niet voor je werken. En ook de vreemdelingen die in jullie steden wonen, mogen niet werken. Ik heb in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat daar leeft. Maar ik rustte op de zevende dag. Daarom heb ik de zevende dag gezegend. Ik heb er een heilige dag van gemaakt. |
Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem. En als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal per dag naar u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, dan zult u hem vergeven. | Stel dat een andere gelovige iets verkeerds doet. Vertel hem dan wat hij verkeerd gedaan heeft. Als hij spijt heeft, moet je hem vergeven. Zelfs als hij zeven keer op een dag iets verkeerds doet tegen jou. Als hij dan ook zeven keer spijt heeft, dan moet je hem vergeven. |
De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter. | Veel mensen willen steeds meer hebben, maar goede mensen geven alles weg. |