Als iemand iets van je wil hebben, geef het hem dan. En als iemand iets van je pakt, vraag het dan niet terug. | Als iemand iets van je wil lenen of van je afpakt, geef het hem dan en vraag het niet terug. |
Stel dat iemand denkt dat hij God dient. Maar hij kan zich niet beheersen, hij zegt lelijke dingen. Dan houdt hij zichzelf voor de gek. Want dan dient hij God helemaal niet. | Als je jezelf heel gelovig vindt, maar intussen zegt en doet wat je maar wil, dan houd je jezelf voor de gek. Want dan is je geloof waardeloos. |
Houd je daarom altijd aan de wetten en regels van de Heer, die ik jullie vandaag geef. Dan zal het goed gaan met jullie en met jullie kinderen. En dan zullen jullie lang leven in het land dat de Heer jullie zal geven. | Houd je dus aan zijn wetten en leefregels die ik jullie nu geef. Dan zal het goed gaan met jullie en met jullie kinderen. Dan zullen jullie lang leven in het land dat jullie Heer God voor altijd aan jullie gaat geven. |
Ik wilde jullie alleen maar vertellen over Jezus Christus, en over zijn dood aan het kruis! | Want voor mij is de boodschap van de gekruisigde Jezus Christus het enige belangrijke. |
Timoteüs, mijn zoon, vertrouw erop dat Jezus Christus goed voor je is. | Timoteüs, mijn zoon, wees sterk door Jezus' liefde en kracht voor jou. |
Je kunt beter eerlijk zijn en arm, dan slecht en rijk. Want slechte mensen zullen alles verliezen, maar de Heer helpt mensen die eerlijk zijn. | Het is beter om arm te zijn maar eerlijk, dan rijk te zijn en slecht. Want de Heer breekt de macht van de mensen die zich niets van Hem aantrekken. Maar Hij helpt de mensen die leven zoals Hij het wil. |
Jezus hoorde dat en zei tegen Jaïrus: ‘Wees niet bang! Blijf geloven, dan zal je dochter gered worden.’ | Maar Jezus hoorde het en zei: "Wees niet bang, maar geloof! Dan zal ze worden gered." |
Zo iemand heeft geen plaats bij God. Maar de Zoon van God kan je bevrijden. En als je bevrijd bent, heb je voor altijd een plaats bij God. | Pas als de Zoon jullie heeft vrijgemaakt, zullen jullie werkelijk vrij zijn. |
Hoe een mens van binnen is, dat weet alleen de geest van die persoon. En net zo weet alleen de Geest van God wat God denkt. | Wie kan weten wat er diep in de gedachten van een mens leeft? Dat kan toch alleen zijn eigen geest? Zo weet ook alleen Gods eigen Geest, wat er in God is. |
Laat dit goed tot je doordringen: de Heer wil jullie leren hoe je goed moet leven. Net zoals een vader dat leert aan zijn kinderen. | Geef dus met je hele hart toe dat de Heer God jullie opvoedt, zoals een man zijn kind opvoedt. |
Stel dat iemand zegt dat hij God liefheeft, maar intussen haat hij een andere gelovige. Dan is hij een leugenaar. Als je niet houdt van gelovigen die je om je heen ziet, dan kun je ook niet houden van God, die je niet ziet. | Als je zegt dat je van God houdt, maar een hekel hebt aan een broeder of zuster, dan ben je een leugenaar. Want als je niet houdt van je broeder of zuster die je kunt zien, hoe kun je dan houden van God die je niet kunt zien? |
Stel dat iemand per ongeluk iets verkeerds doet, iets dat de Heer verboden heeft. Dan is die persoon schuldig. Ook al doet hij het per ongeluk, hij is toch schuldig. | Als iemand per ongeluk iets doet wat Ik verboden heb, dan is hij toch schuldig. |
Roep alle Joden in Susa bij elkaar. Spreek af dat jullie niet meer eten en drinken, drie dagen lang. Doe dat voor mij. Eet niet en drink niet, overdag niet en ook ’s nachts niet. Mijn dienaressen en ik zullen ook niet meer eten en drinken. Daarna zal ik naar de koning gaan, ook al is dat tegen de wet. Als ik moet sterven, dan moet dat maar. | Verzamel alle Judeeërs die in de stad Susan wonen. Eet en drink drie dagen en nachten niet. Ook ik en mijn dienaressen zullen drie dagen en nachten niet eten en drinken. Daarna zal ik naar de koning gaan, ook al heeft hij dat verboden. Sterf ik, dan is het niet anders. |
Geniet van het leven! Geniet van het brood dat je eet en van de wijn die je drinkt. Dat is wat God graag ziet. | Geniet dus maar van je eten en drinken en wees vrolijk. Want dan doe je wat God heeft bedoeld. |
Je hebt niet altijd iets aan je familie als je het moeilijk hebt. Wees daarom zuinig op de vrienden van jezelf en van je familie. Je hebt meer aan een vriend in de buurt dan aan familie ver weg. | Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek. Maar ga niet naar je broer als je in moeilijkheden zit. Je hebt meer aan een vriend dichtbij, dan aan een broer ver weg. |
Stel dat we zeggen dat we met God verbonden zijn, maar intussen blijven we leven in de duisternis. Dan liegen we, en leven we niet volgens Gods waarheid. | Dus als we zeggen dat we één met Hem zijn, maar zelf in het donker leven omdat we Hem niet willen gehoorzamen, dan liegen we. Dan leven we niet vanuit Gods waarheid. |
Ook nu zal de Heer de mensen redden die eerbied voor hem hebben en die hun geloof niet verliezen. Maar slechte mensen zal hij gevangen houden tot de dag dat hij zal rechtspreken. Dan zal hij hen straffen. | Dus de mensen die leven zoals God het wil, worden door Hem gered uit de moeilijkheden die hun geloof op de proef stellen. Maar de mensen die zich niets van Hem aantrekken, worden door Hem gevangen gehouden tot de dag dat Hij over hen zal rechtspreken. Dan zal Hij hen straffen. |
Wij hebben ons nieuwe leven aan de heilige Geest te danken. Laten we dus niet opscheppen over onszelf. Of elkaar jaloers maken door te zeggen hoe goed we zijn. Maar laten we leven zoals de Geest het wil. | Laat je dus leiden door Gods Geest. Dan zul je ook door de Geest op het rechte pad blijven. |
Jezus zei: ‘Ik ben de weg. Bij mij is de waarheid, en bij mij is het leven. Je kunt alleen bij de Vader komen als je in mij gelooft.’ | Jezus zei tegen hem: "IK BEN de weg en de waarheid en het leven. Alleen door Mij kun je bij de Vader komen." |
Zoek steun bij de Heer, dan ben je veilig. Vertrouw op de Heer, dan blijft het vrede. | U heeft het beloofd: U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen. |
Weduwen mag je niet slecht behandelen, en ook kinderen zonder vader niet. Als je dat toch doet en als ze mij dan om hulp vragen, zal ik naar hen luisteren. Dan zal ik kwaad worden en jullie doden. Dan hebben jullie eigen vrouwen geen man meer. En dan hebben jullie eigen kinderen geen vader meer. | Jullie mogen weeskinderen en weduwen niet slecht behandelen. Als jullie dat toch doen, dan zal Ik, de Heer, naar hen luisteren als zij Mij om hulp roepen. Ik zal woedend zijn en Ik zal ervoor zorgen dat jullie in de oorlog gedood worden. Dan worden júllie vrouwen weduwen en worden júllie kinderen weeskinderen. |
En bid dat God mij daarna veilig bij jullie laat komen. Dan kunnen we er samen blij om zijn dat de christenen een eenheid vormen. | Want dan zal ik, als het Gods wil is dat ik kom, blij naar jullie toe reizen. Dan kan ik door jullie bemoedigd worden. |
Een mens is veel belangrijker dan een schaap. Je mag op sabbat dus iets goeds doen. | En een mens is toch veel belangrijker dan een schaap? Daarom mag je op de heilige rustdag goed doen. |
Als één van beiden valt, dan helpt de ander hem weer overeind. Maar als je alleen bent, kan niemand je weer overeind helpen. | Want als ze vallen, helpt de één de ander weer overeind. Maar als iemand alleen is en valt, wie helpt hem dan weer overeind? |
Luister naar mijn woorden: Zo is het ook met God in de hemel. Hij is heel blij met één slecht mens die zijn leven verandert. Meer nog dan met 99 goede mensen die hun leven niet hoeven te veranderen. | Ik zeg jullie dat op dezelfde manier de hemel blij zal zijn over één slecht mens die gaat leven zoals God het wil. Ze zullen daar in de hemel blijer over zijn, dan over 99 goede mensen die het niet nodig hebben om te veranderen en weer te gaan leven zoals God het wil. |