Bijbelteksten over 'Dwaze'

Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een… Spreuken 10:1

Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder. Spreuken 10:1	Een wijze zoon verblijdt zijn vader, maar een dwaze zoon betekent verdriet voor zijn moeder. vreugde familie wijsheid
Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. 1 Timoteüs 6:9	Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. geld hebzucht materialisme
Wie met wijzen omgaat, wordt wijs; maar wie met dwazen verkeert, wordt slecht. Spreuken 13:20	Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan. wijsheid straf
De dwaas laat zijn ganse toorn de vrije loop, maar de wijze houdt die in en doet hem bedaren. Spreuken 29:11	Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop, maar een wijze houdt die in toom. boosheid wijsheid zelfbeheersing
De lippen van de dwaas brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen. Spreuken 18:6	De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. spreken wijsheid
Een dwaas schept geen behagen in inzicht, maar hierin, dat zijn hart zich bloot geeft. Spreuken 18:2	Een dwaas vindt geen vreugde in inzicht, maar alleen in het blootgeven van zijn hart. spreken wijsheid egoisme
De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen verachten wijsheid en tucht. Spreuken 1:7	De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning. ontzag wijsheid leren
Als gij God een gelofte gedaan hebt, talm er dan niet mee die in te lossen, want Hij heeft geen welgevallen aan de dwazen; wat gij beloofd hebt, moet gij inlossen. Prediker 5:3	Wanneer u aan God een gelofte doet, stel dan niet uit die na te komen, want Hij heeft geen welgevallen aan dwazen. Kom na wat u belooft. beloften betrouwbaarheid gehoorzaamheid
Daar zal een gebaande weg zijn, die de heilige weg genaamd wordt; geen onreine zal die betreden; maar hij zal alleen voor hen zijn; reizigers noch dwazen zullen erop dolen. Jesaja 35:8	Daar zal zijn een effen baan, een weg; de heilige weg zal hij genoemd worden. Een onreine zal er niet over gaan, want hij zal alleen voor hen zijn. Wie deze weg ook gaat, zelfs dwazen zullen niet dwalen. heiligheid
Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. Efeziërs 5:15-16	Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. wijsheid leven verstand
Een groot woord past niet aan een dwaas, hoeveel te minder leugentaal aan een edele. Spreuken 17:7	Een lip die voortreffelijke dingen spreekt, past niet bij een dwaas, hoeveel te minder een vals woord bij een aanzienlijke. wijsheid liegen spreken
De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader, maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig. Spreuken 15:5	Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader, maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander. Vader wijsheid kinderen
Zelfs een dwaas die zwijgt, gaat door voor wijs; als hij zijn lippen gesloten houdt, voor verstandig. Spreuken 17:28	Zelfs een dwaas die zwijgt, wordt wijs geacht, wie zijn lippen op elkaar houdt, verstandig. spreken wijsheid verstand
Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend, maar een schrandere bedekt de smaad. Spreuken 12:16	De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. boosheid zelfbeheersing wijsheid
Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. Spreuken 10:8	Wie wijs van hart is, neemt de geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. wet wijsheid hart