Juich, vrouwe Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin. | De Heer zegt: "Jubel en juich, bewoners van Jeruzalem! Kijk, jullie koning komt naar jullie toe. Hij is rechtvaardig en Hij zal jullie redden. Hij is bescheiden en rijdt op een jonge ezel." |
Bij een roddelaar is een geheim niet veilig, wie betrouwbaar is, hult zich in zwijgen. | Als je praatjes rondstrooit over anderen, verraad je geheimen. Maar een betrouwbaar mens kan geheimen bewaren. |
Ik, Ik ben het die jullie troost. Hoe kun je dan bang zijn voor een sterveling, voor een mensenkind dat vergaat als gras? | De Heer zegt: "Ik, Ik ben het die jullie troost, bewoners van Jeruzalem! Waarom zijn jullie zo bang voor een sterfelijk mens? Een mens die uiteindelijk net zo snel verdwijnt als het gras?" |
Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn, ze zijn dus niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden. | Maar vanaf het begin van de wereld heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Er staat in de Boeken: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' En wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen. |
De winst van een goddeloze is bedrieglijk, het loon van een rechtvaardige is duurzaam. | Wat een slecht mens verdient met zijn slechtheid, zal weer verdwijnen. Maar de beloning van een goed mens blijft bestaan. |
De woorden van een dwaas zaaien tweedracht, wat hij zegt, leidt tot een vechtpartij. | De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. |
Wie ondoordacht een gelofte aflegt en zich pas later afvraagt of hij haar kan houden, zet een valstrik voor zichzelf. | Het is dom om te haastig iets aan God te beloven en je daarna pas af te vragen of je je belofte wel kan houden. |
Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Zij is meer waard dan edelstenen. | Wie lukt het om een goede vrouw te vinden? Een goede vrouw is veel meer waard dan edelstenen. |
Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht. | Iemand die zich niet kan beheersen, is als een stad met kapotte muren. |
Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen: nooit zal ik naar jonge vrouwen kijken. | Ik had met mijn ogen een verbond gesloten: ik had plechtig besloten niet naar de meisjes te kijken. |
Almaar onvervulde hoop maakt ziek, vervuld verlangen is een levensboom. | Als je heel erg lang op iets blijft hopen, word je treurig. Maar als je krijgt waar je naar hebt verlangd, geeft dat nieuw leven. |
Een vriendelijk antwoord doet drift bedaren, krenkende woorden wakkeren woede aan. | Met een vriendelijk antwoord kalmeer je iemand die woedend is. Maar met beledigende woorden maak je hem juist kwaad. |
Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God. | Zoals een hert hevig verlangt naar water, zo verlang ik hevig naar U, God. |
Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang. Met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op. | Hij is wel eens boos, maar dat duurt nooit lang. Maar zijn liefde duurt je hele leven. Misschien huil je 's avonds nog, maar de volgende dag kun je weer juichen. |
Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. | Wees verstandig en let goed op. Jullie vijand, de duivel, loopt rond als een brullende leeuw die een prooi zoekt. Hij zoekt wie hij kan verslinden. |
Wie deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een wijs man, die zijn huis bouwde op een rots. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Lúister niet alleen naar wat Ik zeg, maar dóe het ook. Dan lijk je op een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde." |
God geeft eenzamen een thuis en gevangenen vrijheid en voorspoed. Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond. | Aan eenzame mensen geeft Hij een gezin. Gevangenen bevrijdt Hij. Maar mensen die Hem ongehoorzaam zijn, laat Hij wonen in een dor land. |
En dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus. | Ook jullie worden door het water heen gered. Namelijk door het water van de doop. De doop is niet iets wat het vuil van je lichaam afwast. Maar de doop is een gebed tot God, een gebed van een geweten dat zuiver is geworden. Jullie worden gered door de doop, doordat Jezus uit de dood is opgestaan. |
Wie een vrouw gevonden heeft, heeft geluk gevonden, hij ontvangt de gunst van de HEER. | Als je een vrouw hebt gevonden, heb je iets goeds gevonden. Ze is een geschenk van de Heer. |
Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. | Toch houdt de Heer elke dag van mij. Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste. Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt. |
Duizend jaar zijn in uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht. | Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag. Want in een oogwenk zijn ze voorbij. |
God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. | God heeft ons geen geest van angst gegeven, maar een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing. |
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst. | Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd. |
Een rijke kan zijn leven redden door losgeld te betalen, een arme wordt niet eens bedreigd. | Iemand die rijk is, wordt gedwongen om losgeld te betalen voor zijn leven. Een arm mens wordt niet eens bedreigd. |
Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. | Want ieder mens die één geworden is met Christus, is door God helemaal nieuw gemaakt. De oude mens is verdwenen. Er is een hele nieuwe mens ontstaan. |
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas veracht zijn vaders vermaning,wie berispingen ter harte neemt is verstandig.