Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is. | Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. |
Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u. | Vriendin, aan jou is alles mooi, niets ontsiert je schoonheid. |
Door Uw grote barmhartigheid hebt U hen niet vernietigd en hebt U hen niet verlaten, want U bent een genadig en barmhartig God. | Maar in uw grote liefde hebt U hen niet voor altijd vernietigd. U hebt hen niet verlaten, want U bent een genadige en liefdevolle God. |
Die zal voor u aan de kwastjes zitten, opdat u, wanneer u hem ziet, aan al de geboden van de HEERE denkt en die doet, zodat u niet uw eigen hart en uw eigen ogen zult onderzoeken, waar u als in hoererij achteraan gaat. | Bij het zien van die kwastjes zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de HEER, zodat jullie die naleven en Mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen. |
Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. | Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen. |
Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen. | Leg dat wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. |
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. | Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. |
Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. | Want door dit geloof bent u allen kinderen van God, in Christus Jezus. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. |
Evenmin als u weet wat de richting van de wind is, of hoe het gaat met de beenderen in de buik van een zwangere vrouw, evenmin kent u het werk van God, Die alles maakt. | Je kent de wegen van de wind niet, je kent het kind dat in de moederschoot groeit niet, zo ken je ook de daden niet van God, die alles maakt. |
Hoe groot is Uw goed, dat U weggelegd hebt voor wie U vrezen, dat U bereid hebt voor wie tot U de toevlucht nemen ten aanschouwen van de mensenkinderen. | Hoe groot is het geluk dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat U bereid hebt voor wie schuilen bij U, heel de wereld zal het zien. |
U dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade die in Christus Jezus is. | Mijn kind, wees sterk door de genade in Christus Jezus. |
Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. | Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. |
Want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. | Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid. |
Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan. | U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: Hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan. |
Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt! | U die uw hoop vestigt op de HEER: wees allen sterk en houd moed. |
Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. | Geen woord ligt op mijn tong, of U, HEER, kent het ten volle. |
Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen. | Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, omwille van u, en heeft u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem. |
Mijn ziel, u hebt tegen de HEERE gezegd: U bent de Heere; mijn goedheid is niet voor U. | Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer, mijn geluk, niemand gaat U te boven.’ |
Zie, Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen. | Ik kom spoedig. Houd vast aan wat u hebt, dan zal niemand u de lauwerkrans kunnen afnemen. |
Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn. | Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn. |
En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. | Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. |
HEERE, U bent mijn God, ik zal U roemen, Uw Naam loof ik. Want U hebt wonderen gedaan. Uw raadsbesluiten zijn van oudsher vast en zeker. | HEER, U bent mijn God. Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven. Want wonderbaarlijk zijn uw daden, sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd, trouw en betrouwbaar. |
Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. | Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met Mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor Mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort Mij toe. |
Het is Uw vaste voornemen: U zult volkomen vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd. | De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt. |
Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú. | Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God. |