Bijbelteksten over 'Hard'
Bij alle zwoegen is er overschot, praatjes leiden slechts tot gebrek. | In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn, maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek. |
Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. | Een vermogen, uit niets verkregen, slinkt weg; maar wie met eigen hand vergadert, wordt rijk. |
Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word. | Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden. |
Verder zag ik van al het zwoegen en alle bekwaamheid bij het werk, dat het iemand afgunst oplevert van zijn naaste. Ook dat is vluchtig en najagen van wind. | Ook zag ik, dat al het zwoegen, alsook alle bekwaamheid in het werk, louter naijver is van de een op de ander; ook dit is ijdelheid en najagen van wind. |
De zegen van de HEERE, die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe. | De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. |
De hand van de vlijtigen zal heersen, maar bedrog leidt tot herendienst. | De hand der vlijtigen zal heersen, maar traagheid voert tot dienstbaarheid. |
En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. | En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. |
Ook elke mens aan wie God rijkdom en bezittingen geeft en toestaat om daarvan te eten en zijn deel ervan te nemen om zich in zijn zwoegen te verblijden, dat is een gave van God. | Ook ieder mens, aan wie God rijkdom en schatten geeft, en die Hij in staat stelt daarvan te eten en zijn deel te krijgen en zich bij zijn zwoegen te verheugen – dat is een gave Gods. |
Mat u niet af om rijk te worden, gebruik daarvoor uw inzicht niet. | Tob u niet af voor rijkdom, zie van uw voornemen af. |
Zie, wat ik gezien heb: een goede zaak die voortreffelijk is, namelijk te eten en te drinken en het goede te genieten bij al zijn zwoegen waarmee hij zwoegt onder de zon tijdens het getal van zijn levensdagen, die God hem gegeven heeft, want dat is zijn deel. | Zie, wat ik als goed heb opgemerkt, is dit: dat het voortreffelijk is te eten en te drinken en het goede te genieten bij al het zwoegen, waarmee iemand zich aftobt onder de zon gedurende de weinige dagen van zijn leven, die God hem schenkt, want dit is zijn deel. |
En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere. | En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren. |
Let op uzelf, opdat wij niet verliezen waarvoor wij gewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. | Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle ontvangt. |
Zoals hij voortgekomen is uit de buik van zijn moeder, zal hij naakt terugkeren om te gaan zoals hij kwam. Hij zal van zijn zwoegen niets meenemen wat hij met zijn hand kan dragen. | Zoals hij uit de schoot zijner moeder gekomen is, zo gaat hij weer heen, naakt zoals hij gekomen is, en hij verkrijgt niets door zijn zwoegen, dat hij aan deze zou kunnen nalaten. |
Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals het behoort in de Heere. Mannen, heb uw vrouw lief en wees niet verbitterd tegen haar. | Vrouwen, weest uw man onderdanig, gelijk het betaamt in de Here. Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet ruw tegen haar. |
Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. | Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. |
Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. | Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. |
En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. | En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren. |
En elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader. | En alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! |
Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt. | Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt. |
Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. | Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. |
Al wie belijdt dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God. | Al wie belijdt, dat Jezus de Zoon van God is – God blijft in hem en hij in God. |
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen. | Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. |
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. | Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden. |
En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer. Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen. | En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht. |
Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon. | Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld. |
Gerelateerde onderwerpen
Werken
En alles wat u...
Spreken
Dood en leven zijn...
Geld
Laat uw handelwijze zonder...
Erkennen
Al wie belijdt dat...
Hebzucht
Wie het geld liefheeft...
Zelfbeheersing
Zoals een opengebroken stad...
Bijbeltekst van de dag
Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen!Willekeurige Bijbeltekst
Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,beproef mij en ken mijn gedachten.
Zie of er bij mij een schadelijke weg is
en leid mij op de eeuwige weg.Volgende tekst!Met afbeelding