De Heer luistert als mensen om hulp roepen. Hij redt hen uit alle gevaar. De Heer is dicht bij mensen die geen hoop meer hebben, hij helpt mensen die de moed verliezen. | De HEER hoort de kreten van de rechtvaardigen, Hij bevrijdt hen uit de nood. Gebroken mensen is de HEER nabij, Hij redt wie zwaar wordt getroffen. |
Heer, met heel mijn hart wil ik u danken, al uw wonderen wil ik bekendmaken. | Ik wil u loven, HEER, met heel mijn hart, vertellen van uw wonderdaden. |
Je moet offers aan de Heer brengen, en hem het beste van je oogst geven. | Eer de HEER met al je rijkdom, met het beste van de oogst. |
De Heer is machtig, hij helpt ons altijd. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt. | Onze hulp is in de naam van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» | Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ |
Goede mensen hebben het vaak moeilijk. Maar de Heer redt hen steeds weer. | Al blijft de rechtvaardige niets bespaard, de HEER zal hem steeds weer bevrijden. |
Ik vraag aan de Heer maar één ding, meer heb ik niet nodig. Ik wil bij hem wonen, elke dag, heel mijn leven. Ik wil bij hem zijn in de tempel. Dan zal ik zien hoe goed hij is. | Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, Hem te ontmoeten in zijn tempel. |
Gelukkig zijn mensen die altijd het goede doen, die leven volgens de wet van de Heer. | Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER. |
Filippus zei: ‘Heer, laat ons de Vader zien! Dat is voor ons voldoende.’ | Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ |
Van de Heer is de aarde en alles wat er leeft, van hem is de wereld en ieder die er woont. | Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen. |
Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. | Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken. |
Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. | Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft, de natie die Hij verkoos als de zijne. |
Altijd wil ik de Heer danken, elke dag zing ik een lied voor hem. | De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag, mijn mond is altijd vol van zijn lof. |
Je kunt beter hulp zoeken bij de Heer dan vertrouwen op mensen. | Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. |
Dat is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig zijn de mensen die de eerste opstanding meemaken! Want zij zullen geen tweede keer sterven, en niet voor eeuwig lijden in het vuur. In plaats daarvan zullen ze priesters zijn van God en van Christus. Duizend jaar lang zullen ze samen met Christus als koningen heersen. Pas na die duizend jaar worden de andere doden weer levend. | Gelukkig en heilig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van Christus zijn en duizend jaar lang samen met Hem heersen. |
Heer, ik wil u danken, overal op aarde wil ik voor u zingen. | U, HEER, zal ik loven onder de volken, over U zingen voor alle naties. |
Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. | Zie uit naar de HEER en zijn macht, zoek voortdurend zijn nabijheid. |
Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. | Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. |
Dit was de boodschap van de Heer: ‘Zerubbabel moet niet vertrouwen op zijn eigen kracht, maar alleen op mij. Want ik zal hem helpen om alle moeilijkheden te overwinnen.’ | Luister, dit zegt de HEER over Zerubbabel: Niet door eigen kracht of macht zal hij slagen – zegt de HEER van de hemelse machten – maar alleen met hulp van mijn geest. |
Heer, u bent machtig. Laat iedereen voor u zingen, want uw macht is oneindig groot. | Groot is de HEER, Hem komt alle lof toe, zijn grootheid is niet te doorgronden. |
Vertrouw op de Heer en doe wat goed is. Dan zul je veilig leven in het land waar je woont. | Vertrouw op de HEER en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig. |
Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. | U bent het die mijn lamp doet schijnen, U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis. |
Dank de Heer, want hij is goed. Zijn liefde blijft altijd bestaan. | Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. |
Mensen die mij Heer noemen, komen niet vanzelf in Gods nieuwe wereld. Daar komen alleen de mensen die doen wat mijn hemelse Vader wil. | Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. |
Doe dat met heel je hart, laat de heilige Geest in je werken, en dien God, de Heer. | Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. |