Bijbelteksten over 'Hij'
En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee. | Zo iemand is naakt geboren, zonder bezit. En als hij doodgaat, kan hij niets meenemen. Alles waarvoor hij hard gewerkt heeft, moet hij achterlaten. |
Hij stuurde zijn woord en Hij genas hen. Hij redde hen van de dood. | Toen de Heer sprak, werden ze beter. Hij redde hen van de dood. |
Hij troost de bedroefde mensen. Hij verbindt hun wonden. | Hij geeft mensen weer hoop, hij neemt hun pijn weg. |
De Heer maakt arm, en Hij maakt rijk. Sommige mensen vernedert Hij, andere eert Hij juist. | De Heer beslist over arm en rijk. Aan sommige mensen geeft hij macht, maar anderen vernedert hij. |
Hij nam hen mee naar buiten tot bij Betanië. Hij hief zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij bij hen vandaan, naar de hemel. | Toen nam Jezus de leerlingen mee de stad uit, tot bij het dorp Betanië. Hij stak zijn armen uit en zegende hen. En terwijl hij dat deed, ging hij weg. God haalde hem naar de hemel. |
De Heer is goed en rechtvaardig. Daarom leert Hij ongehoorzame mensen hoe ze moeten leven. Nederige mensen helpt Hij te leven zoals Hij het wil. Hij vertelt hun wat Hij van hen vraagt. | De Heer is goed en eerlijk, hij leert slechte mensen om goed te leven. Hij wijst ook de goede weg aan mensen die op hem vertrouwen. Hij zegt hun wat ze moeten doen. |
Mensen die moe zijn, geeft Hij nieuwe kracht. Uitgeputte mensen maakt Hij weer sterk. | Aan mensen die moe zijn, geeft hij kracht. Mensen die zwak zijn, maakt hij weer sterk. |
Hij is de Rots waarop wij stevig staan. Alles wat Hij doet is volmaakt. Alles wat Hij doet is rechtvaardig. Hij is trouw en nooit onrechtvaardig. Hij doet altijd wat Hij heeft beloofd. | God beschermt ons altijd. Alles wat hij doet, is volmaakt. Hij is eerlijk en rechtvaardig. Hij is betrouwbaar, er is geen kwaad in hem. |
Ik riep tot de Heer en Hij antwoordde mij. Steeds als ik bang was, heeft Hij mij gered. | Ik riep de Heer, en hij gaf mij antwoord. Ik was doodsbang, en hij heeft mij bevrijd. |
Jesaja zegt: Zoek de Heer terwijl Hij Zich laat vinden. Roep Hem om hulp, terwijl Hij dichtbij is. | Volk van Israël! Zoek de Heer, want nu kun je hem nog vinden. Roep de Heer, hij is niet ver weg. |
Als iemand één van deze dingen heeft gedaan, moet hij zeggen wat hij voor verkeerds gedaan heeft. | Als iemand weet dat hij iets verkeerds gedaan heeft, moet hij dat in het openbaar zeggen. Hij moet zijn fout toegeven. |
Hij geeft wijsheid aan de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij is een beschermend schild voor mensen die Hem gehoorzaam zijn. | De Heer geeft geluk aan eerlijke mensen, aan mensen die hem trouw zijn. Hij beschermt hen. |
Je Heer God woont bij je. Hij is de held die jou bevrijdt. Hij zal van vreugde over je zingen. Uit liefde zal Hij zwijgen over alles wat je verkeerd hebt gedaan. Hij zal over je juichen van blijdschap. | De Heer, jullie God, zal bij jullie zijn. Hij is machtig, hij zal jullie bevrijden. Hij houdt van jullie en zal jullie vergeven. Hij zal blij zijn over jullie, en juichen van vreugde. |
Hij zorgt ervoor dat ze rechtvaardig zijn. Hij beschermt zijn vrienden. | Hij zorgt voor mensen die goed leven, hij beschermt hen tegen gevaar. |
En God maakte de mens. Hij maakte hem zó, dat hij heel veel op Hem leek. De mens leek heel erg op Hem. Hij maakte een man en een vrouw. | Toen maakte God de mensen. Hij maakte ze zo dat ze op hem leken. Hij maakte ze als man en als vrouw. |
Geef al je zorgen aan de Heer. Hij zal voor je zorgen. Hij laat zijn vrienden nooit in de steek. Hij zorgt ervoor dat ze nooit zullen vallen. | Vertrouw op de Heer als het leven zwaar is. Hij zal voor je zorgen. Goede mensen laat hij nooit in de steek. |
God is niet zoals de mensen. Mensen liegen, maar God liegt nooit. Mensen veranderen van gedachten, maar God doet altijd wat Hij zegt. Hij houdt Zich altijd aan wat Hij heeft beloofd. | God verandert niet van gedachten, zoals mensen doen. Hij houdt zich aan zijn besluit, hij doet wat hij belooft. Wat hij zegt, gebeurt ook. |
God die jullie roept, is trouw: Hij zal dat zeker doen. | God wil dat jullie bij hem horen. Hij is trouw, en hij doet wat hij belooft. |
Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opgestaan. Zo is Hij dus van alles de eerste. | Christus is het hoofd van de kerk. Met hem is de kerk begonnen, toen hij als eerste opstond uit de dood. Alles is met hem begonnen! |
Als jullie gehoorzaam doen wat Hij vraagt, blijven jullie één met Hem en Hij met jullie. En we weten dat Hij één met ons is, doordat Hij ons zijn Geest heeft gegeven. | Wie zich aan Gods regels houdt, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. Hoe merken we dat God in ons blijft? Door de heilige Geest die hij aan ons gegeven heeft. |
Hij beschermt de vreemdelingen in het land. Hij zorgt voor de weeskinderen en de weduwen. Maar als mensen zich niets van Hem aantrekken, zorgt Hij ervoor dat er van hun plannen niets terecht komt. | Mensen die gevallen zijn, helpt hij overeind. Hij beschermt vreemdelingen. Hij helpt weduwen, hij beschermt kinderen zonder vader. |
Hij is hier niet. Hij is uit de dood opgestaan. Denk aan wat Hij tegen jullie heeft gezegd toen Hij nog in Galilea was. Toen heeft Hij gezegd dat de Mensenzoon door slechte mensen gevangen genomen en gekruisigd zou worden. Maar ook dat Hij op de derde dag weer uit de dood zou opstaan. | Jezus is hier niet. Hij is opgestaan uit de dood. Weten jullie nog wat hij in Galilea gezegd heeft? Hij zei: ‘Ik, de Mensenzoon, zal door slechte mensen gevangengenomen worden. Ze zullen mij aan het kruis laten sterven. Maar drie dagen later zal ik opstaan uit de dood.’ |
En als Hij gekomen is, zal Hij de mensen overtuigen. Hij zal hen ervan overtuigen dat ze ongehoorzaam zijn aan God, dat God rechtvaardig is en dat Hij zal rechtspreken. | De helper komt om alles duidelijk te maken. Hij maakt duidelijk wat zonde is: dat mensen niet in mij willen geloven. Hij maakt duidelijk wat Gods goedheid is: dat ik naar de Vader ga. (Daarom zullen jullie mij dus niet meer zien.) En hij maakt duidelijk wat het oordeel is: dat Satan, de heerser van deze wereld, gestraft wordt. |
Hij zei tegen hen: "Schrik maar niet! Jullie zoeken Jezus uit Nazaret, die gekruisigd is. Maar Hij is opgestaan uit de dood. Hij is hier niet. Kijk, dit is de plek waar ze Hem hadden neergelegd." | Maar de jonge man zei: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn. Ik weet dat jullie op zoek zijn naar Jezus uit Nazaret. Hij is gestorven aan het kruis. Maar hij is opgestaan uit de dood. Hij is niet hier. Kijk, hier heeft hij gelegen.’ |
Maar Hij weet hoe ik leef. Als Hij me zou toetsen, zou Hij zien dat ik zo zuiver ben als zuiver goud. Ik heb altijd geleefd zoals Hij het wil. Ik ben Hem nooit ongehoorzaam geweest. | Maar God kent mij, hij weet hoe ik leef. Als hij in mijn hart naar kwaad zou zoeken, dan zou hij alleen goede dingen vinden. Ik heb altijd naar hem geluisterd, ik heb altijd geleefd zoals hij het wil. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Als je probeert om...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Betrouwbaarheid
Maar de Heer is...
God
Je Heer God woont...
Bescherming
Doe de hele wapenrusting...
Opstanding
Jezus zei tegen haar...