Laat je gedachten niet afdwalen naar slechte dingen. Kijk vastberaden recht voor je uit, naar het rechte pad. | Wees altijd eerlijk en betrouwbaar. |
Vertrouw met je hele hart op de Heer, en vertrouw niet op je eigen wijsheid. Overleg al je plannen met Hem. Dan zal Hij je leven leiden. | Je moet op de Heer vertrouwen. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan zal hij je helpen. Denk niet dat je alles zelf kunt. |
Zorg dat je altijd op de goede weg blijft en dat je altijd te vertrouwen bent. | Denk ook goed na voordat je iets doet. |
Verbeeld je niet dat je heel erg wijs bent. Heb diep ontzag voor de Heer en blijf ver bij het kwaad vandaan. Dat zal goed zijn voor je ziel en je lichaam. Het zal goed met je gaan. | Wees niet eigenwijs, maar heb eerbied voor de Heer. Blijf uit de buurt van slechte mensen en doe geen kwaad. Dan zul je sterk en gezond zijn. |
Let op: wijsheid is net zo lekker voor je ziel, als honing voor je mond. Wijsheid wordt altijd beloond: je zal krijgen waar je naar verlangt. | Net zoals honing goed is voor je lichaam, zo is wijsheid goed voor je leven. Want wijsheid geeft je een toekomst, door wijsheid zul je lang leven. |
Geef de Heer van wat je bezit. Geef Hem het eerste deel van je oogst. | Je moet offers aan de Heer brengen, en hem het beste van je oogst geven. |
Zorg er dan voor dat je geen verkeerde dingen zegt. Vertel geen leugens. | Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. |
Ik leer je hoe je wijs kan worden. Dan zul je op het rechte pad blijven. | Ik heb je geleerd hoe je moet leven. Je moet altijd het pad van de wijsheid volgen. |
Dien je Heer God en leef zoals Hij het wil. Houd je aan al zijn wetten en leefregels zoals die staan opgeschreven in de wet van Mozes. Want dan zal het goed met je gaan in alles wat je doet. | Doe wat God, de Heer, van je wil. Ga de weg die hij je wijst. Doe wat in zijn wetten en regels staat, zoals Mozes die opgeschreven heeft. Dan zal alles wat je doet, goed gaan. |
Mijn zoon, luister naar mijn woorden. Houd je oren open voor wat ik zeg. Vergeet mijn woorden nooit meer, maar bewaar ze diep in je hart. | Luister goed! Luister aandachtig naar mijn woorden. Denk er altijd aan, bewaar ze in je hart. En doe wat ik je zeg. |
Mijn zoon, luister naar de goede raad van je ouders. Doe iets met hun wijze lessen. | Luister goed! Onthoud de lessen van je vader en moeder. Vergeet niet wat zij je geleerd hebben. |
En je zal begrijpen wat eerlijk en rechtvaardig is. Je zal weten hoe je op de goede weg kan blijven. | Luister goed! Als je luistert naar mijn wijze lessen, leer je wat goed en eerlijk is. Dan zul je altijd doen wat goed is. |
Wees altijd trouw en liefdevol. Zorg dat je dat nooit loslaat, maar bewaar het in je hart. Zorg ervoor dat God en mensen blij met je zijn. | Wees altijd goed en trouw. Denk steeds aan mijn lessen, denk er altijd aan. Dan zullen God en de mensen van je houden. Ze zullen respect voor je hebben. |
Mijn zoon, als je wijs en verstandig bent, zal ik daar blij over zijn. | Luister goed! Als je je verstand gebruikt, maak je je leraar blij. |
Bewaak je hart beter dan alle andere dingen. Want in je hart is de bron van het leven. | Denk altijd goed na voordat je iets zegt. Dat is het belangrijkste in je leven. |
Blijf bij het kwaad vandaan en doe het goede. Doe je best om altijd de vrede te bewaren. | Doe geen kwaad, maar wees goed. Probeer in vrede met anderen te leven, elke dag weer. |
Zorg dat je mond geen verkeerde dingen zegt en dat er geen leugen over je lippen komt. | Vertel geen leugens, en bedrieg andere mensen niet. |
Wijk niet van het rechte pad af. Blijf ver bij het kwaad vandaan. | Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. |
Luister, mijn zoon, en geloof wat ik zeg. Dan zul je lang leven. | Luister goed! Als je doet wat ik zeg, zul je een lang leven hebben. |
Naar wijsheid verlangen is het begin van alle wijsheid. Van alles wat je hebt, is wijsheid het belangrijkste. | Je kunt alleen wijs worden als je op zoek gaat naar wijsheid en inzicht. |
Maar jij moet spreken voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Jij moet opkomen voor het recht van mensen die vertrapt en uitgebuit worden. | Lemuel, jij moet zwakke mensen verdedigen, je moet mensen die machteloos zijn, beschermen. |
Geef iedereen waar hij recht op heeft, voor zo ver je dat kan. | Als je iemand ergens mee kunt helpen, doe dat dan ook. En geef hem waar hij recht op heeft. |
Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. | Blijf niet zwijgen, geef een rechtvaardig oordeel, help arme mensen, help mensen die het moeilijk hebben. |
Mijn zoon, vergeet niet wat ik je leer. Bewaar in je hart wat ik je zeg. Dan zul je heel veel langer leven en zul je veel meer vrede hebben. | Luister goed! Vergeet mijn wijze lessen niet, onthoud ze goed. Ze zorgen ervoor dat je lang en gelukkig leeft. |
Want Ik, je Heer God, grijp jou bij je hand. Ik zeg tegen je: Wees niet bang. Ik help je. | Ik ben de Heer, je God. Ik houd je vast, en ik zeg: Israël, je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je helpen. |