Ik heb dorst naar U, de levende God. Wanneer zal ik weer bij U komen? Wanneer zal ik weer vóór U mogen staan? | Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en voor God verschijnen? |
De engel zei: "De Heilige Geest zal bij je komen. De kracht van de Allerhoogste God zal over je komen. Daardoor zal er een heilig kind in je ontstaan. Hij zal daarom 'Zoon van God' worden genoemd." | De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God.’ |
Denk aan je Maker zolang je nog jong bent. Denk aan Hem vóórdat de tijden komen dat je niet meer van het leven genieten kan. | Gedenk daarom je schepper in de dagen van je jeugd – voordat de slechte dagen komen en de jaren naderen waarvan je zegt: In deze jaren vind ik weinig vreugde meer. |
Daarom kan Hij ook álle mensen redden die door Hem naar God toe komen. Want Hij leeft voor altijd om bij God voor hen op te komen. | Zo kan Hij allen die God door Hem naderen volkomen redden, omdat Hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten. |
Maar Jezus zei: "Laat die kinderen met rust. Laat ze naar Mij toe komen en houd ze niet tegen! Want het Koninkrijk van God is voor mensen zoals zij." | Laat die kinderen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij. |
Jezus antwoordde hem: "Iemand die van Mij houdt, zal doen wat Ik zeg. Mijn Vader zal van hem houden en Wij zullen bij hem komen en in hem wonen." | Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand Mij liefheeft zal hij zich houden aan wat Ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.’ |
Ik kijk omhoog naar de bergen. Daar zal mijn hulp vandaan komen. Mijn hulp komt van de Heer, die de hemel en de aarde heeft gemaakt. | Ik sla mijn ogen op naar de bergen. Van waar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Daarom moeten jullie ook goed opletten. Want de Mensenzoon zal onverwachts komen. | Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht. |
Wat uít je mond komt, maakt je onrein. Want dat komt van binnenuit, uit je hart. Daar vandaan komen de slechte gedachten, verkeerde dingen op het gebied van seks, moord, diefstal, ontrouw aan je man of vrouw, hebzucht, slechtheid, bedrog, gebrek aan zelfbeheersing, roddel, kwaadsprekerij, trots, onverstandigheid. Al die slechte dingen komen van binnenuit naar buiten en maken je onrein. | Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’ |
Maar geloof Mij: het is beter voor jullie dat Ik wegga. Want als Ik niet wegga, kan de Helper niet naar jullie toe komen. Maar als Ik wel wegga, kan Ik Hem naar jullie toe sturen. | Maar dit is de waarheid: het is goed voor jullie dat Ik ga, want als Ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als Ik weg ben, zal Ik Hem naar jullie zenden. |
Jezus zei tegen hem: "IK BEN de weg en de waarheid en het leven. Alleen door Mij kun je bij de Vader komen." | Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.’ |
IJverige mensen worden machtig. Maar luie mensen komen in slavernij. | Een vlijtig mens verwerft gezag, luiheid leidt tot slavernij. |
En het goede nieuws van het Koninkrijk moet aan de hele wereld worden verteld. Alle volken moeten weten wat Ik heb gedaan. Pas dan zal het einde komen. | Pas als het goede nieuws van het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. |
Op de laatste dag van het feest, de belangrijkste dag, stond Jezus op en riep: "Als je dorst hebt, moet je naar Mij toe komen en drinken!" | Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en Hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken!’ |
Want de Heer geeft wijsheid. Alles wat Hij zegt, is wijs en verstandig. | Want het is de HEER die wijsheid schenkt, zijn woorden bieden kennis en inzicht. |
Jonge leeuwen lijden soms honger. Maar mensen die op de Heer vertrouwen, komen niets tekort. | Jonge leeuwen lopen hongerig rond, wie de HEER zoekt, ontbreekt het aan niets. |
Jullie moeten gaan leven zoals God het wil. Want het Koninkrijk van God zal nu heel gauw komen! | Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij! |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Als je bij Mij wil horen, moet je stoppen met voor jezelf te leven. Je moet elke dag het kruis opnemen en Mij volgen." | Tegen allen zei Hij: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.’ |
Er zal een brede weg komen, die de 'Heilige Weg' zal worden genoemd. Niemand die onrein is, zal op die weg komen. Die weg zal alleen zijn voor mensen die leven zoals God het wil. Zelfs de dwazen zullen er niet op ronddwalen. | Daar zal een gebaande weg lopen, die Heilige weg wordt genoemd, geen onreine zal die betreden. Hij is alleen voor het volk dat over de weg gaat. Dwazen dwalen er niet rond. |
Wees blij over de dingen die nog zullen komen. Wees geduldig als je wordt vervolgd. Stop nooit met bidden. | Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. |
Niet iedereen die tegen Mij zegt: 'Heer, Heer,' zal het Koninkrijk van God binnengaan. Alleen de mensen die mijn hemelse Vader willen gehoorzamen, mogen binnen komen. | Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. |
Dan zullen jullie Mij aanbidden. Jullie zullen naar Mij toe komen en tot Mij bidden. En Ik zal naar jullie luisteren. | Jullie zullen Mij aanroepen en weer tot Mij gaan bidden, en Ik zal naar jullie luisteren. |
Ze hebben gezegd dat er aan het eind van de tijd mensen zullen komen die God bespotten. Mensen die er maar op los leven, zonder zich iets van God aan te trekken. Zij zijn het die verdeeldheid veroorzaken in de gemeente. Ze leven niet vanuit de Geest, want ze hebben de Geest niet. | ‘Aan het einde van de tijd zullen er spotters komen, die zich laten leiden door hun goddeloze begeerten.’ Het zijn mensen die verdeeldheid zaaien en alleen op het aardse gericht zijn; ze hebben de Geest niet. |
Maar bid het volgende: Onze hemelse Vader, laten alle mensen diep ontzag voor U krijgen. Laat uw Koninkrijk komen. Laat op aarde worden gedaan wat Ú wil, net zoals in de hemel wordt gedaan wat U wil. | Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen, laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Pas op voor leugen-profeten. Zij beweren dat ze namens God spreken terwijl dat helemaal niet zo is. Je kan hen vergelijken met wolven die zich vermomd hebben als schapen. Ze zien er onschuldig uit, maar van binnen zijn ze verslindende wolven." | Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar in wezen roofzuchtige wolven zijn. |