Bijbelteksten over 'Loven'
Ik wil de Heer altijd prijzen. Altijd zal ik Hem loven. | Altijd wil ik de Heer danken, elke dag zing ik een lied voor hem. |
Heer, ik prijs U met mijn hele hart. Ik zal iedereen over al uw wonderen vertellen. | Heer, met heel mijn hart wil ik u danken, al uw wonderen wil ik bekendmaken. |
Ik zal U prijzen en voor U zingen. De landen en volken zullen het horen. | Heer, ik wil u danken, overal op aarde wil ik voor u zingen. |
Ik prijs U uit het diepst van mijn hart als ik zie hoe goed uw wetten zijn. | Ik leer van u wat goed en eerlijk is. Daarom dank ik u met heel mijn hart. |
Ik zeg tegen mezelf: "Waarom ben je zo treurig? Waarom ben je zo onrustig? Vertrouw op God! Hem zal ik prijzen. Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!" | Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. |
Laat alles wat adem heeft de Heer prijzen! Halleluja! | Alles wat leeft, zing voor de Heer! Halleluja! |
Want er staat in de Boeken: "Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer: Iedereen zal zich voor Mij buigen en iedereen zal toegeven dat Ik God ben." | In de heilige boeken zegt God: «Zo zeker als ik leef, alle mensen zullen voor mij knielen en mij eren.» |
De Heer geeft mij kracht. Hij beschermt mij als een schild. Ik vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen. Daarom juich ik van blijdschap en prijs ik Hem met mijn lied. | De Heer geeft mij kracht en beschermt mij. Op hem vertrouw ik. Hij heeft mij geholpen, en daarom juich ik. Ik wil hem danken met een lied. |
Jesaja zegt: Heer, U bent mijn God. Ik zal U eren en prijzen. Want U heeft wonderen gedaan. U doet wat U lang geleden al heeft besloten. | Heer, u bent mijn God! Ik zal voor u zingen, ik zal vertellen hoe machtig u bent. Want u hebt wonderen gedaan. Alles wat u ooit besloten hebt, dat hebt u ook gedaan. Op u kunnen wij vertrouwen. |
Ik zal U eren, mijn God, mijn Koning! Ik zal U voor altijd en eeuwig prijzen. | Ik wil u eer brengen, mijn God. Ik wil u danken, mijn koning, nu en altijd. |
Jeremia zegt: "Genees mij, Heer, dan zal ik weer gezond zijn. Help mij, dan zal ik gered zijn. U prijs ik." | Heer, maak mij beter, zodat ik weer gezond ben. Red mij, zodat ik veilig ben. Dan kan ik u danken. |
Uw liefde is mij meer waard dan het leven. Ik zal U prijzen. Mijn leven lang wil ik U prijzen. Ik zal mijn handen naar U opsteken. | Ik wil voor u zingen, want uw liefde is meer waard dan mijn leven. Mijn leven lang wil ik u prijzen, met mijn handen omhoog tot u bidden. |
De herders gingen terug naar hun schapen en prezen en dankten God voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Alles was zoals de engel tegen hen had gezegd. | De herders gingen terug naar hun schapen. Ze eerden God en dankten hem voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Want alles was precies zoals de engel gezegd had. |
Het is dom om te haastig iets aan God te beloven en je daarna pas af te vragen of je je belofte wel kan houden. | Denk goed na voordat je iets aan God belooft, want als je je niet aan die belofte houdt, krijg je ellende. |
Jullie geloven dat God Eén is? Dat is goed, maar dat geloven de duivelse geesten ook, en ze beven van angst voor Hem. | Stel dat je gelooft dat onze God de enige God is. Dat is natuurlijk goed, maar dat is niet genoeg. Want dat geloven de kwade geesten ook! Daarom zijn ze zo vreselijk bang voor God. |
Mensen die niet in de Zoon geloven, kennen ook de Vader niet. | Want iedereen die niet in de Zoon gelooft, die hoort niet bij de Vader. Maar wie wel in de Zoon gelooft, die hoort wel bij de Vader. |
Een mens wil graag hulpvaardig zijn. Toch kun je beter toegeven dat je te arm bent om te helpen, dan dingen beloven die je niet waar kan maken. | Mensen willen graag betrouwbaar zijn. Je kunt beter arm zijn dan onbetrouwbaar. |
Jezus zei: "Wees niet verdrietig. Jullie geloven in God. Geloof nu ook in Mij." | Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Wees niet bang. Vertrouw op God, en vertrouw op mij.’ |
Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd." | Jezus zei tegen hen: ‘God vraagt maar één ding, namelijk dat jullie in mij geloven. Want God heeft mij gestuurd.’ |
Trouwens, alle mensen die in Jezus Christus geloven en God willen dienen, zullen worden vervolgd. | Alle mensen die bij Jezus Christus horen en daarom willen leven zoals God het wil, zullen vervolgd worden. |
Dus je kan alleen gaan geloven als je eerst echt hebt gehoord wat er over Christus wordt verteld. | Je kunt pas geloven als je het goede nieuws over Christus gehoord hebt. Maar niet iedereen die het gehoord heeft, wil het geloven. In het boek Jesaja staat: «Heer, wij hebben het nieuws bekendgemaakt, maar veel mensen wilden het niet geloven.» |
We geloven in Hem, maar we zien Hem nog niet. We leven met Hem vanuit geloof, niet vanuit wat we zien. | Bij ons leven op aarde gaat het om geloof. Want we kunnen de Heer nog niet zien. |
Jezus zei: "Jullie zullen worden gehaat door de mensen die niet in Mij geloven. Bedenk dan dat ze Mij óók hebben gehaat." | De mensen zullen jullie haten. Maar bedenk dat ze eerst mij gehaat hebben. |
Door dit met je hart te geloven, word je vrijgesproken van schuld. En door het met je mond hardop te zeggen, word je gered. | Want als we geloven met heel ons hart, ziet God ons als goede mensen. En als we Jezus eren als onze Heer, worden we gered. |
Maar aan alle mensen die wél in Hem geloven, heeft Hij het recht gegeven om kinderen van God te worden. Ze worden opnieuw geboren. | Toch waren er ook mensen die wel in hem geloofden. Zij mochten kinderen van God worden. |
Gerelateerde onderwerpen
Lof
Jesaja zegt: Heer, U...
Aanbidding
Jesaja zegt: Heer, U...
Geloof
Daarom zeg Ik jullie...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Spreken
Je tong heeft de...
Erkennen
Als iemand hardop erkent...