Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. | Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen. |
Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. | Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, ik zal niet wankelen. |
Als je overwint, zul je met Mij op mijn troon zitten. Net zoals ook Ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit. | Wie overwint zal samen met Mij op mijn troon zitten, net zoals Ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit. |
Uw liefde is mij meer waard dan het leven. Ik zal U prijzen. Mijn leven lang wil ik U prijzen. Ik zal mijn handen naar U opsteken. | Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof. U wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend uw naam, de handen geheven. |
Geef me een zuiver hart, God! Maak mijn geest nieuw en sterk. | Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig. |
Ik kijk omhoog naar de bergen. Daar zal mijn hulp vandaan komen. Mijn hulp komt van de Heer, die de hemel en de aarde heeft gemaakt. | Ik sla mijn ogen op naar de bergen. Van waar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Toch houdt de Heer elke dag van mij. Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste. Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt. | Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. |
Ik zal voor U zingen en juichen, want U heeft mijn leven gered. | Mijn lippen zullen juichen wanneer ik voor U zing, ik zal jubelen omdat U mij hebt verlost. |
Laat mijn hart verlangen naar uw wetten, en niet naar rijkdom. | Neig mijn hart naar uw richtlijnen en niet naar winstbejag. |
Luister, mijn zoon, en geloof wat ik zeg. Dan zul je lang leven. | Mijn zoon, luister, neem mijn woorden aan, ze vermeerderen de jaren van je leven. |
Ik zeg tegen mezelf: "Waarom ben je zo treurig? Waarom ben je zo onrustig? Vertrouw op God! Hem zal ik prijzen. Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!" | Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik Hem weer loven, mijn God, die mij ziet en redt. |
Ik verlang met mijn hele hart naar U. Help me om U te gehoorzamen. | Met heel mijn hart heb ik U gezocht, laat mij niet afdwalen van uw geboden. |
Ik zal mijn Geest in jullie binnenste leggen. Dan zullen jullie leven zoals Ik het wil. Jullie zullen je aan mijn wetten en leefregels houden. | Ik zal jullie mijn geest geven en ervoor zorgen dat jullie je aan mijn bepalingen houden en mijn regels naleven. |
Luister: doe wat Ik zeg en houd jullie aan mijn verbond. Dan zullen jullie, als enige van alle volken, mijn eigen volk zijn. Want de hele aarde is van Mij. | Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met Mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor Mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort Mij toe. |
Timoteüs, mijn zoon, wees sterk door Jezus' liefde en kracht voor jou. | Mijn kind, wees sterk door de genade in Christus Jezus. |
Mijn zoon, als je wijs en verstandig bent, zal ik daar blij over zijn. | Mijn zoon, als je je verstand gebruikt, loopt mijn hart over van vreugde. |
Je bent van top tot teen mooi, mijn liefste, je bent werkelijk volmaakt. | Vriendin, aan jou is alles mooi, niets ontsiert je schoonheid. |
Ik bewaar uw woord in mijn hart, zodat ik niet verkeerd tegen U zal doen. | Uw belofte heb ik in mijn hart geborgen, zo zal ik niet tegen U zondigen. |
U bent voor mij als een lamp, Heer, want U brengt licht in mijn duisternis. | U bent het die mijn lamp doet schijnen, U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis. |
Ik prijs U uit het diepst van mijn hart als ik zie hoe goed uw wetten zijn. | Ik zal U loven met een oprecht hart als ik uw rechtvaardige voorschriften leer. |
God, ik wil dat U alles van me weet. Kijk in mijn hart, onderzoek mijn gedachten. Zeg het me als ik iets verkeerds doe, en help me om weer te leven zoals U het wil. | Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij op de weg die eeuwig is. |
's Nachts verlang ik met mijn hele hart naar U. Vanuit het diepst van mijn hart verlang ik naar U. Want als U de aarde straft, leren de mensen wat rechtvaardigheid is. | Reikhalzend kijk ik naar U uit, zelfs ’s nachts verlang ik naar U. Wanneer U een oordeel over de wereld velt, zullen de mensen op aarde gerechtigheid leren. |
Heer, ik prijs U met mijn hele hart. Ik zal iedereen over al uw wonderen vertellen. | Ik wil u loven, HEER, met heel mijn hart, vertellen van uw wonderdaden. |
Maar ik zal U prijzen. Wat ik U beloofd heb, zal ik ook doen. Want U redt mijn leven. | Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en U offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt! |
God, ik wil graag doen wat U van mij vraagt. Uw wet staat in mijn hart geschreven. | Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in mij koester ik uw wet. |