Bijbelteksten over 'Naaste'
Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. | Want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ |
Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze, bestaat niet. | En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. |
Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing. | Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is. |
De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. | Liefde berokkent de naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde. |
Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. | Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. |
Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. | Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ |
Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is. | Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort. |
Ten slotte, weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig. | Tot slot, wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. |
Niemand zoeke het zijne, maar wat des anderen is. | Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander. |
Vermaant daarom elkander en bouwt elkander op, gelijk gij dit ook doet. | Dus troost elkaar en wees elkaar tot steun, zoals u trouwens al doet. |
Verdraagt elkanders moeilijkheden; zó zult gij de wet van Christus vervullen. | Draag elkaars lasten, zo brengt u de wet van Christus tot vervulling. |
Laat de broederlijke liefde blijven. Vergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd. | Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. |
Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten. | Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten. |
Zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang. | Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle nederigheid de ander belangrijker dan uzelf. |
Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten. | Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten. |
Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. | Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen. |
Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. | Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. |
Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt. | Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. |
Leert goed te doen, tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe. | Leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, kom op voor wezen, sta weduwen bij. |
Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen. | En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar: u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. |
Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander, want de liefde bedekt tal van zonden. | Heb elkaar vóór alles innig lief, want liefde bedekt tal van zonden. |
En u doe de Here toenemen en overvloedig worden in de liefde tot elkander en tot allen – zoals ook wij gezind zijn jegens u. | Moge de Heer uw liefde voor elkaar en ieder ander groter maken, zodat uw liefde even overvloedig wordt als onze liefde voor u. |
Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt? | Er is maar één wetgever en rechter: Hij die bij machte is te redden of in het verderf te storten. Maar wie bent u om uw naaste te veroordelen? |
Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | Een huichelaar richt met zijn woorden anderen te gronde, een rechtvaardige wordt door inzicht gered. |
Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld. | Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. |
Bijbeltekst van de dag
Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.