En wij moeten van hem houden met ons hele hart, met ons hele verstand en met al onze kracht. En van de mensen om ons heen moeten we evenveel houden als van onszelf. Die regels zijn veel belangrijker dan alle offers in de tempel.
Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Een dokter is er niet voor gezonde mensen, maar voor zieke mensen. Met mij is het net zo. Ik ben er niet voor goede mensen. Maar ik ben gekomen om aan slechte mensen het goede nieuws te vertellen. Denk eens goed na over deze woorden van God: «Ik wil geen offers, maar ik wil dat jullie goed voor elkaar zijn.»’
Zeg dat jullie spijt hebben, en keer terug naar de Heer. Zeg tegen hem: ‘Vergeef al onze misdaden en neem ons offer aan. Wij zullen geen dieren offeren, maar woorden. Woorden van dankbaarheid.’
Als jullie niet naar mij luisteren en geen eerbied voor mij hebben, dan zal ik jullie straffen. Ik zal jullie straffen en ongelukkig maken. En ik zal ook jullie kinderen straffen. Ja, ik zal jullie zeker straffen, want jullie willen toch niet luisteren! Ik zal het afval van jullie offers in je gezicht gooien, en jullie wegjagen uit mijn tempel.
Na het eten nam Jezus een beker wijn. Hij zei: ‘Als ik gedood word, zal mijn bloed vloeien. Maar daardoor zullen jullie gered worden. Dat heeft God beloofd. Deze beker is daarvan het teken.’
Het lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die delen hebben een eigen functie. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. Maar we hebben wel allemaal onze eigen functie.