Maar als ik bang ben, vertrouw ik op U. | In mijn bangste uur vertrouw ik op U. |
Sommige mensen vertrouwen op strijdwagens, andere mensen op paarden. Maar wíj vertrouwen op onze Heer God. | Anderen vertrouwen op paarden en wagens, wij op de naam van de HEER, onze God. |
Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. | Ik zie uit naar de HEER, mijn ziel ziet uit naar Hem en verlangt naar zijn woord. |
De Heer zegt: "Sta op, Jeruzalem, kom in het licht. Het stralende licht van de Heer zal op je schijnen. Zijn zon gaat over je op." | Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER. |
Vertrouw op de Heer. Houd moed en Hij zal je weer hoop geven. Ja, verwacht hulp van de Heer. | Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER. |
Let daarom goed op. Want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. | Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. |
Heer, wees alstublieft goed voor ons, want we vertrouwen op U. | Schenk ons uw trouw, HEER, op U is al onze hoop gevestigd. |
Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord. Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn. Wat zou een mens mij kunnen doen? | Op God, wiens woord ik prijs, op God vertrouw ik, angst ken ik niet, wat kan een sterveling mij aandoen? |
Het is de Heer die de overwinning geeft. Hij is het die zorgt voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen. | Het oog van de HEER rust op wie Hem vrezen en hopen op zijn trouw. |
Als je overwint, zul je met Mij op mijn troon zitten. Net zoals ook Ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit. | Wie overwint zal samen met Mij op mijn troon zitten, net zoals Ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit. |
Als je op de Heer vertrouwt, hoef je nooit wanhopig te zijn. | U die uw hoop vestigt op de HEER: wees allen sterk en houd moed. |
En toen ik begon te spreken, werd de Heilige Geest op hen uitgestort. Net zoals Hij in het begin ook op ons werd uitgestort. | Ik was nog maar nauwelijks begonnen te spreken of de heilige Geest daalde op hen neer, zoals destijds ook op ons. |
Kinderen, let op dat jullie geen afgoden aanbidden. | Kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. |
Vertrouw met je hele hart op de Heer, en vertrouw niet op je eigen wijsheid. Overleg al je plannen met Hem. Dan zal Hij je leven leiden. | Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de weg. |
Het is beter om bij de Heer te schuilen, dan op mensen te vertrouwen. | Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. |
Oude mensen zijn trots op hun kleinkinderen. En kinderen mogen trots zijn op hun ouders. | Kleinkinderen zijn voor grootouders de kroon op hun leven, kinderen zijn trots op hun voorouders. |
Houd je verstand er dus bij en let goed op. Vertrouw er helemaal op dat God goed voor jullie zal zijn op de dag dat Jezus terugkomt. | Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart. |
Wie heb ik in de hemel behalve U? Ook op aarde verlang ik niets anders dan U. | Wie buiten U heb ik in de hemel? Naast U wens ik geen ander op aarde. |
Micha zegt namens Israël: Maar ik zal blijven vertrouwen op de Heer. Ik zal wachten op de God die mij redt. Mijn God zal mij horen roepen. | Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Lúister niet alleen naar wat Ik zeg, maar dóe het ook. Dan lijk je op een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde." | Wie deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een wijs man, die zijn huis bouwde op een rots. |
Als je bang bent voor wat mensen van je vinden, zet je een val op voor jezelf. Maar als je op de Heer vertrouwt, kan niemand je iets doen. | Angst voor mensen is een valstrik, wie op de HEER vertrouwt, weet zich veilig. |
U heeft het beloofd: U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen. | De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt. |
En alle levende wezens in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en in de zee hoorde ik zeggen: "Alle dank en eer en macht en majesteit en kracht zijn voor eeuwig voor Hem die op de troon zit en voor het Lam." | Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ |
Vaders, maak jullie kinderen niet boos en irriteer ze niet. Voed hen op Gods manier op en vertel hun over Hem. | Vaders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en vermaan hen, zodat u ze opvoedt zoals de Heer dat wil. |
Laat elke ochtend uw stem horen als U vol liefde tot me spreekt. Heer, ik vertrouw op U. Laat me weten wat ik moet doen, want ik vertrouw op U. | Laat mij in de morgen uw liefde horen, in U stel ik mijn vertrouwen, wijs mij de weg die ik gaan moet, mijn ziel verlangt naar U. |