Het is heerlijk als de Heer je heeft vergeven wat je verkeerd hebt gedaan. Het is heerlijk als God je heeft vergeven dat je Hem ongehoorzaam bent geweest. | U hebt mij vergeven, Heer, u denkt niet meer aan mijn fouten. Daarom ben ik gelukkig. |
Omdat God zoveel van ons houdt, gaf God toen Jezus als geschenk aan ons. En dat Geschenk is véél machtiger dan de ongehoorzaamheid van Adam. Want door de ongehoorzaamheid van één mens (namelijk Adam) zijn heel veel mensen gestorven. Maar Gods Geschenk, Jezus Christus, is zó machtig dat heel veel mensen erdoor kunnen worden gered. | De zonde van Adam had grote gevolgen: voor alle mensen kwam de dood. De straf voor Adam werd dus de straf voor alle mensen. Maar er is iets gebeurd dat belangrijker is. God heeft ons een groot geschenk gegeven: Jezus Christus. Door die ene mens is God goed voor alle mensen. Dankzij Jezus Christus ziet God ons als goede mensen, ook al hebben we veel fouten gemaakt. Ons leven wordt niet meer bepaald door de zonde van Adam, maar door Gods grote geschenk. |
Als je veel praat, zeg je vaak dingen die je niet had mogen zeggen. Maar als je je mond beheerst, ben je verstandig. | Mensen die zomaar iets zeggen, doen snel domme dingen, maar mensen die eerst rustig nadenken, zijn verstandig. |
Als je fouten vergeeft, bewaar je de vriendschap. Maar als je er steeds weer over begint, maak je zelfs goede vriendschappen kapot. | Als je je vrienden niet wilt verliezen, moet je hun fouten vergeven. Want anders raak je de vriendschap kwijt. |
Broeders en zusters, stel dat jullie merken dat iemand in de gemeente iets slechts heeft gedaan. Dan moeten jullie je door de Geest laten leiden en hem weer op het rechte pad brengen. Doe dat op een vriendelijke manier. Doe niet alsof je beter bent dan hij. Je moet eraan denken dat je zelf óók in de verleiding kan komen om ongehoorzaam aan God te zijn. | Vrienden, jullie laten je leiden door de heilige Geest. Maar stel dat iemand van jullie toch iets verkeerds doet. Dan moeten jullie hem op een vriendelijke manier helpen om weer het goede te doen. Pas ook op dat je zelf geen verkeerde keuzes maakt. |
Welke god is als U? U vergeeft ons alle slechte dingen die we hebben gedaan. U denkt niet langer aan alles waarin uw volk U ongehoorzaam is geweest. U blijft niet voor eeuwig boos. Want U bent vriendelijk en liefdevol. | Er is niemand zoals u, God. U bent een God die schuld vergeeft. U kijkt niet meer naar de fouten van uw volk. U blijft niet altijd boos, maar u wilt ons graag uw liefde laten zien. |
Maar als jullie andere mensen niet vergeven, zal jullie Vader jullie ook niet vergeven. | Maar als je andere mensen hun fouten niet vergeeft, dan zal je Vader ook jouw fouten niet vergeven. |
Haat veroorzaakt ruzies, maar liefde vergeeft alles. | Haat zorgt voor ruzie. Liefde bedekt alle fouten. |
God, heb alstublieft medelijden met mij, omdat U liefdevol bent. Doe weg wat ik verkeerd heb gedaan, omdat U goed bent. Was mijn ongehoorzaamheid van mij af. Vergeef me mijn slechte daden. | God, u bent goed, heb medelijden met mij! Uw liefde is groot. Vergeef me mijn zonden, neem mijn schuld weg, maak mij weer schoon. |
Hij tilt onze ongehoorzaamheid van ons af en zo ver als het oosten is van het westen, zó ver werpt Hij die bij ons vandaan. | Hij doet onze schuld ver weg, zo ver als het westen is van het oosten. Want zijn liefde voor ons is groot, zo groot als de hele wereld. |
Als jullie de mensen vergeven wat ze verkeerd doen, zal jullie hemelse Vader jullie ook vergeven wat jullie verkeerd doen. | Jezus zei verder: ‘Je moet andere mensen hun fouten vergeven. Dan zal je hemelse Vader ook jouw fouten vergeven.’ |
Stop dus met het doen van slechte dingen! Want anders zal het slecht met jullie aflopen! | Maak daarom een einde aan het kwaad dat jullie doen! Zorg ervoor dat jullie niet voor je fouten gestraft worden. |
Ik blaas al je ongehoorzaamheid weg als mist, als een wolk. Kom weer bij Mij terug, want Ik heb je gered. | Ik heb je al je misdaden vergeven. Ze zijn verdwenen, zoals de wolken verdwijnen door de zon. Israël, kom bij mij terug. Ik zal je bevrijden. |
Als je nooit je fouten toegeeft, zal het niet goed met je gaan. Maar als je ze hardop toegeeft en ze niet meer doet, zul je vergeving krijgen. | Als je je fouten niet toegeeft, krijg je ellende, maar als je echt spijt hebt, krijg je vergeving. |
God heeft door Christus de mensen vergeven dat ze ongehoorzaam aan Hem waren. Nu zijn ze vrijgesproken van schuld. En Hij heeft ons de taak gegeven om dit aan de mensen te vertellen. Want daardoor kunnen ze vrienden van God worden. | God heeft ervoor gezorgd dat het goed kan komen tussen hem en heel de wereld. Want iedereen die bij Christus hoort, krijgt vergeving van zijn zonden. God wil dat wij dat goede nieuws doorgeven. |
Want door het bloed van zijn Zoon heeft Hij ons gered. Door zijn bloed kon Hij ons vergeven dat we Hem ongehoorzaam waren. Hij deed dat niet omdat we dat verdiend hadden, maar omdat Hij zoveel van ons houdt. | God heeft laten zien dat hij goed voor ons is. Hij stuurde Christus naar ons toe, zijn Zoon, van wie hij zo veel houdt. Hij liet Christus voor ons sterven. Zo groot was Gods goedheid voor ons. Door de dood van Christus zijn onze zonden vergeven, en zijn we bevrijd van onze schuld. Laten we God voor zijn goedheid danken! |
En als je gaat bidden en je bent nog boos op iemand, vergeef hem dan eerst. Want dan vergeeft je hemelse Vader jou ook. | En als je aan het bidden bent, vergeef dan een ander zijn fouten. Dan zal je hemelse Vader ook jouw fouten vergeven. |
Zó heeft Hij een nieuw verbond voor ons gesloten. De mensen die door God zijn geroepen, kunnen door Jezus' dood krijgen wat God al zo lang geleden had beloofd: de eeuwige erfenis. Ze worden bevrijd van de straf voor de verkeerde dingen die ze hadden gedaan in de tijd van het eerste verbond. | Wij hebben ons niet gehouden aan Gods oude afspraak met ons. Maar Christus is gestorven om ons te bevrijden van alles wat we verkeerd gedaan hebben. Doordat hij zichzelf geofferd heeft, geldt nu Gods nieuwe afspraak. En daarom kunnen wij, die door God uitgekozen zijn, voor eeuwig gered worden. Dat heeft God zelf beloofd. |
Maar tenslotte vertelde ik U dat ik U ongehoorzaam was geweest. Ik verborg niets voor U. Ik vertelde U alles wat ik verkeerd had gedaan. Toen vergaf U het mij en U deed mijn schuld weg. | Toen vertelde ik u over mijn fouten, ik zweeg niet langer over mijn schuld. Ik zei eerlijk wat niet goed was, en u hebt me alles vergeven. |
Híj werd mishandeld vanwege ónze ongehoorzaamheid aan God. Híj werd geslagen omdat wíj zoveel slechte dingen deden. Híj kreeg de straf, zodat wíj vrede met God zouden kunnen hebben. Zíjn lichaam werd stukgeslagen met de zweep, zodat wíj genezing zouden kunnen krijgen van onze ziekten. | Maar God heeft hem gestraft voor ons. Gods dienaar is mishandeld voor onze fouten, hij is gedood voor onze zonden. Want wij luisterden niet meer naar God, we leken wel verdwaalde schapen. En Gods dienaar moest onze schuld dragen. Omdat hij gestraft werd, hebben wij nu vrede. Omdat hij geslagen is, zijn wij genezen. |
Denk toch aan wat U in uw liefde allemaal al heeft gedaan. U bent altijd vol liefde geweest. Denk daarom niet meer aan de dingen die ik verkeerd heb gedaan, aan de keren dat ik ongehoorzaam aan U was toen ik nog jong was. Want U houdt immers van mij, Heer. | U bent altijd goed geweest voor uw volk. Wees dan nu ook goed voor mij. Toen ik jong was, heb ik veel verkeerd gedaan. Heer, vergeet het! Denk daar niet meer aan. U bent toch goed en trouw? |
Maar God is vol medelijden. Hij wil ons graag vergeven, omdat Hij zo ontzettend veel van ons houdt. Daarom heeft Hij ons tegelijk met Christus geestelijk levend gemaakt. Want we waren geestelijk dood door alle slechte dingen die we hadden gedaan. We zijn dus alleen maar gered doordat God zo geweldig goed voor ons is geweest, en niet omdat we het verdiend hadden. | Maar Gods goedheid is groot! Hij is vol liefde voor de mensen, hij houdt van ons. Daarom heeft hij ons samen met Christus levend gemaakt. Vroeger waren we eigenlijk dood, want we deden slechte dingen. Maar dankzij Gods goedheid zijn we gered. |
Vertel het daarom aan iemand als je ongehoorzaam aan God bent geweest, en bid voor elkaar. Want dan kunnen jullie genezen worden. Als iemand leeft zoals God het wil, heeft zijn gebed veel kracht en dus groot resultaat. | Vertel elkaar wat je verkeerd gedaan hebt. En bid voor elkaar. Dan zullen jullie gered worden. Want als goede en eerlijke mensen tot God bidden en hem om iets vragen, zullen ze het zeker krijgen. |
En als Hij gekomen is, zal Hij de mensen overtuigen. Hij zal hen ervan overtuigen dat ze ongehoorzaam zijn aan God, dat God rechtvaardig is en dat Hij zal rechtspreken. | De helper komt om alles duidelijk te maken. Hij maakt duidelijk wat zonde is: dat mensen niet in mij willen geloven. Hij maakt duidelijk wat Gods goedheid is: dat ik naar de Vader ga. (Daarom zullen jullie mij dus niet meer zien.) En hij maakt duidelijk wat het oordeel is: dat Satan, de heerser van deze wereld, gestraft wordt. |