Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad. | Uw woorden zijn voor mij als een lamp in het donker, als een licht in mijn leven. |
Ik heb je de weg van de wijsheid gewezen, op rechte paden heb ik je gevoerd. | Ik heb je geleerd hoe je moet leven. Je moet altijd het pad van de wijsheid volgen. |
Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. | Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. |
Wijs mij uw weg, HEER, laat mij wandelen op het pad van uw waarheid, vervul mijn hart met ontzag voor uw naam. | Heer, leer mij hoe ik moet leven. Help mij om trouw te zijn aan u, geef mij eerbied voor u. |
Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. | Hoe kan iemand vanaf zijn jeugd goed leven? Door te doen wat u gezegd hebt, Heer. |
Hij waakt over de paden van het recht en beschut de weg van wie Hem trouw zijn. | Hij zorgt voor mensen die goed leven, hij beschermt hen tegen gevaar. |
Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor. | Als je luistert naar kritiek, zul je een gelukkig leven hebben, maar als je daar niet naar luistert, loopt het verkeerd met je af. |
Broeders en zusters, wanneer u merkt dat een van u een misstap heeft begaan moet u, die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad brengen. Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid. | Vrienden, jullie laten je leiden door de heilige Geest. Maar stel dat iemand van jullie toch iets verkeerds doet. Dan moeten jullie hem op een vriendelijke manier helpen om weer het goede te doen. Pas ook op dat je zelf geen verkeerde keuzes maakt. |
U wijst mij de weg van het leven: overvloedige vreugde in uw nabijheid, voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde. | U leert mij hoe ik moet leven. Ik ben blij, omdat u bij me bent. Dat maakt me gelukkig, voor altijd. |
Wijk niet af naar rechts, wijk niet af naar links, wijk alleen uit voor het kwaad. | Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. |
Weet welke weg je wilt inslaan, dan loop je met vaste tred. | Denk ook goed na voordat je iets doet. |
Ik, Nebukadnessar, roem, verhef en verheerlijk nu de koning van de hemel. Al zijn daden zijn juist en zijn paden recht. Wie de weg van de hoogmoed bewandelen, kan Hij vernederen. | Daarom geef ik alle eer aan God, de koning van de hemel. Alles wat hij doet, is goed. Wat hij ook beslist, hij heeft altijd gelijk. Sommige mensen vinden dat ze een hoge plaats verdiend hebben. Maar aan zulke mensen geeft hij juist een lage plaats. |
Als we leven door de Geest, laten we de Geest dan ook volgen. | Wij hebben ons nieuwe leven aan de heilige Geest te danken. Laten we dus niet opscheppen over onszelf. Of elkaar jaloers maken door te zeggen hoe goed we zijn. Maar laten we leven zoals de Geest het wil. |
Je moet elk mens recht in de ogen kunnen zien, nooit je ogen hoeven neerslaan. | Wees altijd eerlijk en betrouwbaar. |
Ook wij verlaten ons op U, HEER: wij gaan de paden van uw recht. Ons diepste verlangen is het uw naam te noemen, U aan te roepen. | Wij vertrouwen op u, Heer, en we houden ons aan uw wet. Wij verlangen naar u, steeds noemen we uw naam. |
Goed en rechtvaardig is de HEER: Hij wijst zondaars de weg, wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor, Hij leert hun zijn paden te gaan. | De Heer is goed en eerlijk, hij leert slechte mensen om goed te leven. Hij wijst ook de goede weg aan mensen die op hem vertrouwen. Hij zegt hun wat ze moeten doen. |
Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de weg. | Je moet op de Heer vertrouwen. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan zal hij je helpen. Denk niet dat je alles zelf kunt. |
Dit zegt de HEER: Je staat op een kruispunt, kijk goed! Vraag na hoe de oude wegen liepen. Welke weg leidt naar het goede? Sla die in, en vind rust. Maar zij zeggen: “Dat doen wij niet.” | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, denk eens na over hoe jullie leven. Denk eens aan de wet die ik jullie lang geleden gaf. Ik heb jullie de weg gewezen. Ik beloofde dat jullie in vrede zouden leven als jullie het goede zouden doen. Maar jullie zeiden: ‘Dat doen we niet.’’ |
Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. | Jullie moeten naar alle volken gaan, zodat iedereen mijn leerling kan worden. Jullie moeten de mensen dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. Leer de mensen om zich te houden aan alles wat ik jullie verteld heb. En vergeet nooit: ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt. |
Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Dan zal de Vader je alles geven wat je Hem in mijn naam vraagt. | Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik heb jullie uitgekozen. En ik geef jullie de opdracht om de wereld in te gaan. Doe goede dingen, en blijf dat doen. De Vader zal jullie alles geven wat je hem vraagt, omdat jullie bij mij horen. |