De vreze des HEEREN is het kwade te haten; hoogmoed, trots en de verkeerde weg en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik. | Wie ontzag heeft voor de HEER, haat het kwaad. Ik verafschuw trots en hoogmoed, valsheid en leugens. |
Want wie Mij vindt, vindt het leven en verkrijgt de goedgunstigheid van de HEERE. | Want wie mij vindt, vindt het leven, en ontvangt de gunst van de HEER. |
Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN en de kennis van de heiligen is inzicht. | Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige. |
Een wijze zoon verblijdt zijn vader, maar een dwaze zoon betekent verdriet voor zijn moeder. | Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde, een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet. |
Schatten aan goddeloosheid baten niet, maar gerechtigheid redt van de dood. | Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet, rechtvaardigheid redt van de dood. |
Zegeningen rusten er op het hoofd van de rechtvaardige, maar geweld overdekt de mond van de goddelozen. | Een rechtvaardige wordt rijk gezegend, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. |
De herinnering aan de rechtvaardige is tot zegen, maar de naam van goddelozen zal wegteren. | De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen, de naam van goddelozen vergaat. |
Wie wijs van hart is, neemt de geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. | Een wijze laat zich gezeggen, een blaaskaak komt ten val. |
Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg, maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden. | Wie onberispelijk leeft, gaat een veilige weg, wie op kronkelpaden gaat, wordt ontmaskerd. |
Haat wekt twisten op, maar liefde bedekt alle overtredingen. | Haat brengt ruzie voort, liefde dekt alle fouten toe. |
Het pad ten leven is voor hem die vermaning in acht neemt, maar wie bestraffing achter zich laat, doet dwalen. | Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor. |
Wie haat toedekt, heeft valse lippen, en wie een kwaad gerucht verspreidt, die is een dwaas. | Wie heimelijk haat is een huichelaar, wie openlijk lastert een dwaas. |
In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen inhoudt, is verstandig. | Een veelprater begaat al snel een misstap, wie zijn tong in toom houdt is verstandig. |
De tong van de rechtvaardige is het beste zilver, het hart van de goddelozen is weinig waard. | De uitspraken van een rechtvaardige zijn als zuiver zilver, de gedachten van een goddeloze zijn niets waard. |
De zegen van de HEERE, die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe. | Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. |
De verwachting van de rechtvaardigen is blijdschap, maar de hoop van de goddelozen zal vergaan. | Een rechtvaardige heeft vreugde te verwachten, een goddeloze hoeft op niets te hopen. |
De weg van de HEERE is kracht voor de oprechte, maar de ondergang voor hen die onrecht bedrijven. | Voor wie onberispelijk zijn weg gaat is de HEER een vesting, wie onrecht doet, vernietigt Hij. |
De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is, maar de mond van de goddelozen alleen verderfelijke dingen. | Wie rechtvaardig is, kiest het juiste woord, een goddeloze neemt slechts leugens in de mond. |
Komt overmoed, dan komt ook schande, maar bij de ootmoedigen is wijsheid. | Hoogmoed leidt tot schande, wijsheid maakt een mens bescheiden. |
De oprechtheid van de oprechten leidt hen, maar de verkeerdheid van de trouwelozen verwoest henzelf. | Wie eerlijk leeft, heeft zijn onkreukbaarheid als gids, wie onbetrouwbaar is, gaat aan zijn oneerlijkheid ten onder. |
Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid, maar gerechtigheid redt van de dood. | Rijkdom helpt je niet op de dag van Gods toorn, rechtvaardigheid redt van de dood. |
De huichelaar richt zijn naaste met zijn mond te gronde, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | Een huichelaar richt met zijn woorden anderen te gronde, een rechtvaardige wordt door inzicht gered. |
Wie al lasterend zijn weg gaat, openbaart geheimen, maar wie betrouwbaar van geest is, bedekt een zaak. | Bij een roddelaar is een geheim niet veilig, wie betrouwbaar is, hult zich in zwijgen. |
De goddeloze doet een bedrieglijk werk, maar wie gerechtigheid zaait, oogst betrouwbaar loon. | De winst van een goddeloze is bedrieglijk, het loon van een rechtvaardige is duurzaam. |
Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen. | Een gulle gever zal gedijen, wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen. |
Bijbeltekst van de dag
Hij dan Die u de Geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof?Willekeurige Bijbeltekst
Een zegenende ziel wordt verzadigd,en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen.Volgende tekst!Met afbeelding