Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog. | Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs. |
Keer je af van het kwaad en doe het goede; zoek de vrede en jaag die na. | Wijk van het kwade en doe het goede, zoek de vrede en jaag die na. |
Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet een van de woorden van mijn mond en wijk er niet van af. | Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet en wijk niet af van de woorden mijns monds. |
Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien. | Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien. |
Pas op dat niemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaag altijd het goede na, én voor elkaar én voor allen. | Ziet toe, dat niemand kwaad met kwaad vergelde, maar jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen. |
Maar ontvlucht de begeerten van de jeugd. Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart. | Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen, die de Here aanroepen uit een rein hart. |
U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. | Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid. |
Maar ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen. | Doch ik vermaan u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, één van zin en één van gevoelen. |
Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest. | Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest. |
Wie de overtreding toedekt, zoekt liefde, maar wie de zaak weer oprakelt, maakt scheiding tussen de beste vrienden. | Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na; maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. |