Bijbelteksten over 'Tot'
Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. | Maar de mensen die volhouden tot het einde, zullen worden gered. |
Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. | Dan zullen jullie Mij aanbidden. Jullie zullen naar Mij toe komen en tot Mij bidden. En Ik zal naar jullie luisteren. |
Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE; Heere, hoor naar mijn stem. Laat Uw oren opmerkzaam zijn op mijn luide smeekbeden. | Uit de diepste ellende roep ik tot U, Heer. Heer, luister naar mij. Hoor hoe ik smekend tot U roep! |
Want Uw goedertierenheid is groot tot aan de hemel, Uw trouw tot de wolken. | Want zo hoog als de hemel is, zó groot is uw liefde. Uw trouw komt tot aan de hoogste wolken. |
Ik riep tot Hem met mijn mond, en Hij werd geroemd door mijn tong. | Ik had de Heer nog maar nét om hulp geroepen, of ik kon Hem al danken. |
Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden; 's nachts zal Zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn leven. | Toch houdt de Heer elke dag van mij. Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste. Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt. |
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. | Maar alle dingen komen van God, bestaan door God en zijn voor God. Voor Hem is alle eer voor altijd en eeuwig! Amen! Zo is het! |
Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde. | Want de Heer heeft ons bevolen: 'Ik heb jullie gemaakt tot een licht voor de niet-Joodse volken. Zo zullen jullie redding brengen over de hele wereld.' |
Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam; bid, en u zult ontvangen, opdat uw blijdschap volkomen zal worden. | Tot nu toe hebben jullie nooit God om iets gebeden omdat jullie bij Mij horen. Doe dat, dan zullen jullie krijgen wat jullie bidden, zodat jullie heel erg blij zullen zijn. |
U, Heere, bent immers goed, mild om te vergeven en rijk aan goedertierenheid voor allen die U aanroepen. | Want U bent goed, Heer, en U wil graag vergeven. U bent goed en vriendelijk voor alle mensen die U aanbidden. |
Hij leidde hen naar buiten tot bij Bethanië. En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwijderde. En Hij werd opgenomen in de hemel. | Hij nam hen mee naar buiten tot bij Betanië. Hij hief zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij bij hen vandaan, naar de hemel. |
Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. | Maar als je bidt, ga dan je kamer in en doe de deur dicht. Bid dan tot je Vader terwijl niemand het ziet. En je Vader, die de verborgen dingen ziet, zal je er openlijk voor belonen. |
Want wij hebben deel aan Christus gekregen, als wij tenminste het beginsel van de vaste grond van het geloof tot het einde toe onwrikbaar vasthouden. | Want wij hebben Christus gekregen. Tenminste, als we tot het einde toe ons geloof vasthouden. |
Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God. | Dat is wel waar, maar ik wil dat als jullie eten of drinken, of wat voor dingen dan ook doen, het altijd God moet eren. |
Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen! | Ga naar God toe, dan zal Hij naar jou toe komen. Stop met het doen van slechte dingen, ongehoorzame mensen! Leef voortaan zoals God het wil, twijfelaars! |
In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. | Wanhopig riep ik de Heer om hulp. Ik riep tot mijn God. Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis. Mijn geroep klonk in zijn oren. |
's Morgens hoort U mijn stem, HEERE; 's morgens leg ik mijn gebed voor U neer en zie ik naar U uit. | Heer, 's morgens hoort U mij al roepen. 's Morgens vertel ik U wat ik op mijn hart heb. Dan wacht ik op uw antwoord. |
Daarom, aanvaard elkaar zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God. | Daarom wil ik dat jullie elkaar accepteren, zoals ook Christus ons heeft geaccepteerd. Want dat zal God eren. |
Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u. | Je bent van top tot teen mooi, mijn liefste, je bent werkelijk volmaakt. |
Dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden. | Dus de mensen die leven zoals God het wil, worden door Hem gered uit de moeilijkheden die hun geloof op de proef stellen. Maar de mensen die zich niets van Hem aantrekken, worden door Hem gevangen gehouden tot de dag dat Hij over hen zal rechtspreken. Dan zal Hij hen straffen. |
Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de ondersteuning van de Geest van Jezus Christus. | Want ik weet dat die blijdschap mij goed zal doen. Ook jullie gebeden en de hulp van de Geest van Jezus Christus helpen mij. |
En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden. | Het einde van alle dingen komt al bijna. Wees dus verstandig en houd je hoofd erbij. En blijf vooral bidden. |
Ik heb de HEERE lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij, daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. | Ik houd van de Heer, want Hij luistert naar mij. Hij luistert als ik Hem om hulp roep. Hij luistert naar mij. Daarom zal ik mijn leven lang Hem altijd om hulp vragen. |
De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen, die dalen af in de schuilhoeken van zijn binnenste. | Roddelpraatjes slaan wonden. Ze verwonden iemand tot in het diepst van zijn hart. |
Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal. | Petrus kwam naar Jezus toe en vroeg: "Heer, hoe vaak moet ik iemand vergeven als hij iets verkeerds tegen mij doet? Zeven keer?" Jezus zei tegen hem: "Ik zeg je: niet zeven keer, maar 70 keer zeven keer." |
Gerelateerde onderwerpen
Bidden
Verblijd u altijd. Bid...
Aanbidding
HEERE, U bent mijn...
Luisteren
Zo dan, mijn geliefde...
Redding
En de zaligheid is...
Liefde
De liefde is geduldig...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...