Als jullie de mensen vergeven wat ze verkeerd doen, zal jullie hemelse Vader jullie ook vergeven wat jullie verkeerd doen. | Jezus zei verder: ‘Je moet andere mensen hun fouten vergeven. Dan zal je hemelse Vader ook jouw fouten vergeven.’ |
Wees verstandig – dat beschermt je leven. Wees wijs – dan vind je geluk. | Het is goed voor je om je verstand te gebruiken. Als je inzicht hebt, word je gelukkig. |
Maar omdat U van hen hield heeft U hen niet helemaal vernietigd. U heeft hen niet voorgoed verlaten. Want U bent een goede en liefdevolle God. | Maar omdat u goed was voor uw volk, hebt u het niet vernietigd. U hebt de Israëlieten niet in de steek gelaten. U bleef voor hen zorgen en u liet zien dat u een goede God bent. |
Wijk niet van het rechte pad af. Blijf ver bij het kwaad vandaan. | Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. |
Het is heerlijk voor je als je verdrietig bent. Want je zal getroost worden. | Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten. |
En als je gaat bidden en je bent nog boos op iemand, vergeef hem dan eerst. Want dan vergeeft je hemelse Vader jou ook. | En als je aan het bidden bent, vergeef dan een ander zijn fouten. Dan zal je hemelse Vader ook jouw fouten vergeven. |
Het is heerlijk voor je als de mensen je uitschelden, belachelijk maken, vervolgen en allerlei leugens over je vertellen omdat je in Mij gelooft. | Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben omdat je bij mij hoort. Misschien schelden de mensen je uit, of willen ze je gevangennemen. Misschien vertellen ze allerlei leugens over je. |
De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. | Dwaze mensen zorgen met hun woorden voor ruzie. Alles wat ze zeggen, geeft problemen. |
Iedereen die zijn leven vindt, zal het verliezen. Maar iedereen die zijn leven verliest omdat hij van Mij houdt, zal juist leven krijgen. | Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. |
Jezus zei: "Wees niet verdrietig. Jullie geloven in God. Geloof nu ook in Mij." | Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Wees niet bang. Vertrouw op God, en vertrouw op mij.’ |
Als je wél vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wél vlees eet niet veroordelen. Want God houdt van jullie allebei. | Geloof je dat je alles mag eten? Prima. Maar denk niet dat je beter bent dan iemand die geen vlees eet. Geloof je dat je geen onrein vlees mag eten? Prima. Maar zeg niet dat het verkeerd is als een ander dat wel doet. Want bij God zijn jullie allebei welkom. |
Leugenaars veroorzaken ruzies. Roddelaars maken zelfs de beste vriendschappen kapot. | Mensen die roddelen, veroorzaken ruzie. Ze zorgen ervoor dat zelfs vrienden elkaar gaan haten. |
Op die dag zal God ieder mens geven wat hij heeft verdiend. | God zal alle mensen geven wat ze verdienen. |
Dan zullen jullie daar weer naar jullie Heer God gaan verlangen. En als jullie met je hele hart naar Hem verlangen, zullen jullie Hem weer vinden. | Maar na lange tijd zullen jullie toch de Heer, jullie God, weer gaan zoeken. En als je hem zoekt met je hele hart, dan zul je hem vinden. |
Houd je verstand er dus bij en let goed op. Vertrouw er helemaal op dat God goed voor jullie zal zijn op de dag dat Jezus terugkomt. | Als Jezus Christus terugkomt op aarde, zullen jullie gered worden. Vertrouw daarop. Tot het zover is, moeten jullie verstandig zijn en goed nadenken over wat jullie doen. |
Het is heerlijk als je wijsheid vindt. Het is heerlijk als je verstandig wordt. | Gelukkig zijn mensen die wijsheid en kennis gevonden hebben. |
Zou iemand zich zó ver van Mij kunnen verbergen dat Ik hem niet zou zien? zegt de Heer. Ik ben toch overal in de hemel en overal op de aarde? zegt de Heer. | Niemand kan zich voor mij verbergen, ik zie alles. Want ik ben overal, in de hemel en op de aarde. |
Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord. Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn. Wat zou een mens mij kunnen doen? | Op u vertrouw ik, God. Ik wil voor u zingen, want u hebt beloofd om mij te helpen. Op u vertrouw ik. Ik zal niet bang zijn, want mensen kunnen mij geen kwaad doen. |
Vertrouw met je hele hart op de Heer, en vertrouw niet op je eigen wijsheid. Overleg al je plannen met Hem. Dan zal Hij je leven leiden. | Je moet op de Heer vertrouwen. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan zal hij je helpen. Denk niet dat je alles zelf kunt. |
We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters! | Uit één mond komen dus mooie woorden, maar ook afschuwelijke woorden. Dat is niet goed, vrienden! |
Maar Jezus kreeg een veel belangrijker taak dan de priesters, omdat het verbond dat Hij ging sluiten een veel beter verbond is. Dat verbond is beter, omdat er betere beloften bij horen. | Jezus is een veel belangrijkere hogepriester dan de hogepriesters op aarde, want hij is hogepriester in de hemel. Dankzij Jezus geldt voortaan Gods nieuwe, betere afspraak met de mensen. God had beloofd dat het zo zou gebeuren. |
Jezus zei: "Vader, vergeef het hun. Want ze weten niet wat ze doen!" En de soldaten dobbelden erom hoe ze zijn kleren zouden verdelen. | Jezus zei: ‘Vader, vergeef de mensen die mij doden, want ze weten niet wat ze doen.’ De soldaten verdeelden de kleren van Jezus onder elkaar door erom te loten. |
Heer, U weet waar ik naar verlang. U hoort hoe ik kreun. | Heer, u weet wat ik nodig heb, u kent mijn verdriet. |
Laat elke ochtend uw stem horen als U vol liefde tot me spreekt. Heer, ik vertrouw op U. Laat me weten wat ik moet doen, want ik vertrouw op U. | Laat mij elke ochtend uw liefde zien. Zeg me wat ik moet doen, want op u vertrouw ik, naar u verlang ik. |
Blijf wakker en bid dat je niet verleid wordt om het verkeerde te doen. Je wíl wel graag het goede doen, maar dat is wel heel erg moeilijk. | Blijf toch wakker! Bid God om kracht, zodat je geen verkeerde keuze maakt. Want jullie willen wel het goede kiezen, maar jullie zijn zwak. |